DE
uw
dat
uk-
rdt
aat
eer
het
het
wa-
op-
akt.
NL
Thermostaatschakelaar (Temperatuurinstelling)
(Afbeelding 2.)
•
Koud; geen opwarming, indicatielampje is uit.
Automatische anti-vriesbeveiliging; opwarmen begint indien de temperatuur
onder 7°C zakt.
I
Boiler verwarmt het water tot +/- 32°C.
E
Energie-spaarstand; water wordt verwarmd tot +/- 55°C. Door deze lage
werktemperatuur wordt energie gespaard en is het apparaat minder gevoelig
voor eventuele beschadigingen.
III
Het water wordt verwarmd tot +/- 75°C.
Gebruik
Het instellen en aanpassen van de thermostaatschakelaar is hierboven beschreven. Gebruik
van het apparaat met de schakelaar op positie ‚E' wordt aangeraden. Dit is de meest economi-
sche stand, en door de watertemperatuur van ongeveer 55°C zal het warmteverlies aan de
omgeving en de aanzet van kalk lager zijn dan bij gebruik van het apparaat in een hogere stand.
Het functioneren van het apparaat wordt aangegeven door het controlelampje, dat brandt
totdat het water de met de thermostaatschakelaar ingestelde temperatuur heeft bereikt.
Het verwarmen van het water zorgt ervoor dat het volume van het water in de tank
wordt vergroot. Hierdoor kan er water uit de lagedrukkraan druppelen. Dit is volkomen
normaal en mag niet worden verhinderd. Door het extra vast dichtdraaien van de lage-
drukkraan zal het druppelen niet stoppen, maar kan enkel de kraan worden beschadigd.
Vorst
Indien het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, dient
het te worden beschermd tegen vorst. In dit geval mag de stroom
niet worden afgesloten en moet de knop van de thermostaat op de
positie „ " worden gezet. In deze stand zal het apparaat het water
op een temperatuur van ca. 7 °C houden.
Indien u de stekker van het apparaat uit het stopcontract verwijdert,
dient het water uit het apparaat te worden gehaald om bevriezing te
voorkomen.
GB
F
TR
PL
17