NL
Kort de reductieslangpilaren zo ver in dat de aansluitopening in overeenstemming is met de slangdiameter,
zodat drukverlies voorkomen wordt.
Plaats het apparaat op een vaste en vlakke ondergrond en zorg dat het niet onder water komt te staan. Houd een
afstand tot de vijverrand aan van minstens 2 meter. Om werkzaamheden aan het apparaat te kunnen verrichten,
moet u de toegang tot het deksel helemaal vrij houden. (A1)
Schuif of draai de slang op de slangpilaar, zet hem vast met een slangklem en schroef de slangpilaar op de
waterinlaatopening (A2).
Leg de afvoerbuizen voor waterafvoer (A4) met voldoende verval (> 1%) naar de vijver aan. Tetra adviseert, het
gereinigde water via een beekloop naar de vijver te geleiden, om het water extra met zuurstof te verrijken.
Als optie is voor de reinigingsuitlaatopening een slangpilarenset verkrijgbaar (A3). Verwijder daartoe de
afsluitkap van de reinigingsuitlaatopening. Schuif de wartel over de slang, schuif de slangpilaar zonder
schroefdraad op het uiteinde van de slang en zet hem vast met een slangklem. Sluit de slangpilaar met wartel en
pakking aan op de reinigingsuitlaatopening. Schuif de slangpilaar met schroefdraad op het andere slangeinde,
zet hem vast met een slangklem en schroef de afsluitkap inclusief pakking erop. Leg de slang met voldoende
verval (> 1%) naar riool of bloembed aan.
Ingebruikneming (B)
Belangrijk: Lees eerst de veiligheidsinstructies door! Controleer voordat u het apparaat in gebruik neemt, of
de slangen en de kap op de juiste manier bevestigd zijn. Gebruik het UVCvoorzuiveringsapparaat nooit zonder
dat er water doorstroomt!
Schakel de pomp in en wacht totdat het filterhuis met water gevuld is. Controleer of alle aansluitingen goed
dicht zijn.
Steek de stekker van het UVCvoorzuiveringsapparaat erin, het blauwe controlelampje gaat branden. Een
temperatuursensor schakelt het UVCvoorzuiveringsapparaat in geval van oververhitting automatisch uit, na
afkoeling wordt het apparaat automatisch weer ingeschakeld.
Opmerking: als u het apparaat voor het eerst installeert, bereikt het zijn volledige biologische reinigingswerking
pas na enkele weken. Een behoorlijke bacteriële activiteit ontstaat pas vanaf een watertemperatuur van +10 °C.
Uitschakelen van het UVC-voorzuiveringsapparaat.
Om het apparaat uit te schakelen, moet de stekker uit de contactdoos worden getrokken.
Reiniging en onderhoud
Let op! Haal altijd de stekker van het UVC-voorzuiveringsapparaat uit het stopcontact (C1), voordat er reinigings-
of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd!
Lees eerst de veiligheidsinstructies door! Controleer en reinig regelmatig de waterafvoer naar de vijver. De
filtermedia moeten regelmatig worden gereinigd, bijvoorbeeld om de 4 weken, maar uiterlijk wanneer vanuit
de wateruitlaatopening troebel of vuil water naar de tuinvijver terugstroomt. Voer om te beginnen een snelle
reiniging uit. Indien dit niet afdoende is, moet een complete reiniging worden uitgevoerd. Gebruik geen
chemische reinigingsmiddelen.
Snelle reiniging (C2, C3)
Open het filterdeksel en neem hem van het filterhuis af (C2). Trek meerdere keren aan de reinigingsgrepen (C3).
Daardoor worden de filterschuimelementen samengedrukt en mechanisch gereinigd. Open de afsluitkap op de
reinigingsuitlaatopening en laat het vuile water aflopen. Schroef de afsluitkap er weer op en neem het apparaat
in bedrijf (zie „Ingebruikneming").
Complete reiniging (C2 - C5)
Open het filterdeksel en neem hem van het filterhuis af (C2). Ontgrendel het binnendeksel en neem het af (C4).
Druk de beide klemmen op de schuimhouders opzij en neem de houders met schuimelementen uit (C5).
Haal de filterschuimelementen van de houders en reinig ze onder schoon water. Open de afsluitkap op de
reinigingsopening en reinig filterhuis, binnendeksel en deksel met water. Zet het filter in omgekeerde volgorde
weer in elkaar. Rangschik de filterschuimelementen in de stroomrichting van het water: eerst de grove
filters (blauw), dan de fijnere (rood). Schroef de afsluitkap er weer op en neem het apparaat in bedrijf (zie
„Ingebruikneming").
22