i
Instructies voor gebruikers
Instructies voor gebruik
◆ Controleer het aandrijfsysteem om te bepalen
of de garagedeuraandrijving bij het eerste gebruik
soepel beweegt.
◆ Controleer nadat de deur enige tijd gebruikt is,
regelmatig of de deur bij het openen/sluiten
horizontaal blijft en of de veer voldoende kracht
heeft om de deur omhoog te tillen. Smeer alle be-
wegende delen regelmatig in met een geschikte
hoeveelheid smeermiddel.
◆ In het geval van een stroomstoring kunt u aan de
noodontgrendeling trekken en de deur met de hand
vrij bewegen.
Wanneer er weer stroom is, kunt u de handzender
of wandconsole gebruiken, de noodontgrendeling
beweegt automatisch weer op zijn plaats.
De deur kan dan weer met de Handzender of
de wandconsole worden bediend.
1. In het geval van een
stroomstoring stopt de
deur met bewegen.
Normaal gebruik
◆ Afstandsbediening
Door op de eerder ingestelde knop van de hand-
zender te drukken, kan de deur worden geopend,
gesloten of gestopt.
◆ Handbediening
In het geval van een stroomstoring kan de deur met
met de hand worden geopend of gesloten zodra de
aandrijving is losgekoppeld (zie pagina 96).
2. Druk als er weer stroom
is, op de eerder inge-
stelde knop (zie pagina
90) van de Handzender,
de deur opent zich.
3. Het programmageheugen
zorgt dat de deur naar
het bovenste eindpunt
beweegt en daar vervol-
gens blijft staan.
NL
D
97
97