Olymp NC 450 Mode D'emploi page 30

Na inschakeling voert het apparaat een zelf­
diagnose uit. Gedurende de zelfdiagnose
verschijnt 8888 c.q.
Als de zelfdiagnose is voltooid zonder fou­
X 0
ten, verschijnt op het display.
Als een fout wordt vastgesteld, wordt hij weergegeven
op het bovenste deel van het display (zie storingen­
tabel) en de achtergrond wordt rood.
Controles
De beste resultaten worden na een opwarmings­
fase van 3 minuten bereikt.
Sterk omgevingslicht kan de sensor beïnvloeden en
leiden tot foutieve resultaten.
Selecteer voordat de bankbiljetten erin worden ge­
legd welke kenmerken (magnetisch en/of ultraviolet)
moeten worden gecontroleerd.
Æ Druk op de toets MG
ÊDe magnetische sensor voor het detecteren van
magnetische inkten wordt geactiveerd/gedeactiveerd.
De geactiveerde sensor wordt weergegeven op het
display.
Æ Druk op de toets UV
ÊDe ultravioletsensor voor het detecteren van de
UV-aandelen wordt geactiveerd/gedeactiveerd. De
geactiveerde sensor wordt weergegeven op het dis­
play.
Bankbiljetten voorbereiden
Let op de volgende punten om storingen te voor­
komen.
30
888888 op het display.
A
C
Æ Controleer de bundel bankbiljetten voordat hij erin
wordt gelegd op papiersnippers, paperclips, elastiekjes
en andere vreemde voorwerpen en verwijder ze (A).
Æ Leg geen beschadigde bankbiljetten erin (B).
Æ Strijk gekreukelde en gevouwen bankbiljetten glad
voordat u ze erin legt (C/D).
Æ Probeer nooit om te dikke biljetten of harde voor­
werpen te tellen.
Æ Waaier de bankbiljetten los om ze van elkaar los te
maken.
Bankbiljetten inleggen
A
C
Æ Verschuif de bankbiljetten in de bundel zodat het bo­
venste bankbiljet dieper ligt dan het volgende. Leg de
bankbiljetten zo in het inlegvak (A).
Of
Æ leg de bundel verticaal in het inlegvak en druk de
bundel naar achteren, zodat de bankbiljetten worden
uitgewaaierd (B).
Ê Het telproces start automatisch als de automati­
sche start is geactiveerd (op het display staat AUTO).
Verkeerd geplaatste bankbiljetten zoals in C en
D leiden tot een verkeerde telling of storing.
Omdat de echtheidskenmerken van de bankbil­
jetten zich aan beide zijden bevinden, voert u de
n
B
D
B
D