5.2 Verwisselen van zaagblad (fi g. 2, pos. 12)
Gevaar!
•
Verwijder de netstekker uit het stopcontact
voordat u een zaagblad monteert of vervangt.
•
Breng de omschakelaar voor pendelbewe-
ging (8) naar de stand 3.
•
De tanden van het zaagblad zijn heel scherp.
•
Met behulp van de bijgaande binnenzes-
kantsleutels de schroef (a) op de zaagblado-
pname (14) losdraaien.
•
Het zaagblad (12) de geleidegroef (b) van de
zaagbladhouder (14) in schuiven tot tegen de
aanslag.
•
Haal de schroef (a) aan m.b.v. de bijgaande
binnenzeskantsleutel.
•
De tanden van het zaagblad moeten in sni-
jrichting wijzen. Let er wel op dat het zaagblad
in de geleidegroef (b) van de zaagbladopna-
me (14) en de looprol zit.
•
Controleer of het zaagblad (12) vast in de
opname zit.
•
Het verwijderen van het zaagblad gebeurt in
omgekeerde volgorde.
5.3 Montage van de parallelaanslag (fi g. 3,
pos. 11)
•
De parallelaanslag (11) maakt het uitvoeren
van parallelle sneden mogelijk.
•
Draai de beide vastzetschroeven (13) die zich
aan de zaagschoen (7) bevinden los.
•
Schuif dan de parallelaanslag (11) de gelei-
dingen op de zaagschoen (7) in. U kan de
parallelaanslag (11) aan de linker- of rechter-
kant van het gereedschap inzetten.
•
De geleidelijst steeds naar beneden uitrich-
ten. Zet de nodige afstand vast met behulp
van de meetschaal van de parallelaanslag
(11) en haal de vastzetschroeven (13) opni-
euw aan.
5.4 Afstellen van de zaagschoen voor ver-
steksneden (fi g. 4-5)
•
De schroeven voor zaagschoen (16) aan de
onderkant van de verstelbare zaagschoen (7)
losdraaien d.m.v. een binnenzeskantsleutel
(4), (fig. 4).
•
De zaagschoen (7) lichtjes naar voren trek-
ken. De zaagschoen kan dan tot 45° naar
links of rechts worden gekanteld.
•
Wordt de zaagschoen (7) terug naar achteren
geschoven functioneert dit telkens enkel in
de bij 0°, 15°, 30° en 45° zich bevindende
grendelstanden die op de graadschaal voor
de zaagschoen (9) zijn gemerkt (fig. 5).
Zaagschoen in de overeenkomstige positie
Anl_PRO_ST_65_SPK7.indb 53
Anl_PRO_ST_65_SPK7.indb 53
NL
brengen en schroef voor zaagschoen (16)
aanhalen.
•
De zaagschoen (7) kan echter ook zonder
problemen op een ander hoekmaat worden
ingesteld. Daarvoor de zaagschoen (7) naar
voren trekken, de gewenste hoek instellen en
de schroef voor zaagschoen (16) opnieuw
aanhalen.
5.5 Adapter voor spaanafzuiging (fi g. 6)
De decoupeerzaag is voorzien van een adapter
voor het aansluiten van een stofzuiger. De ad-
apter wordt op de decoupeerzaag geplaatst en
door draaien vastgezet. Elke stofzuiger kan op de
zuigadapter worden aangesloten. Zorg ervoor dat
de gereedschappen luchtdicht gekoppeld zijn.
Het bij het werk onstaand stof kan gevaarlijk zijn.
Volg de veiligheidsinstructies op.
6. Bediening
6.1 AAN/UIT-schakelaar (fi g. 7, pos. 3)
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar indrukken
Uitzetten:
AAN/UIT-schakelaar loslaten
6.2 Vastzetknop (fi g. 7, pos. 2)
Met de vastzetknop (2) kan de AAN-/UIT-scha-
kelaar (3) tijdens het gebruik van de zaag worden
vergrendeld. Voor het uitschakelen de AAN-/UIT-
schakelaar (3) kort indrukken.
6.3 Elektronische voorinstelling van het
toerental (fi g. 8, pos. 1)
Met de toerentalregelaar kan het gewenste to-
erental vooraf worden ingesteld. Draai de toeren-
talregelaar in richting PLUS om het toerental te
verhogen, en in richting MIN om het te verlagen.
Het gepaste aantal slagen is afhankelijk van het
soort materiaal en van de werkomstandigheden.
De algemene regels voor de snijsnelheid bij
verspanende bewerkingen zijn ook hier van toe-
passing.
Met fi jne zaagbladen kunt u over het algemeen
met een hoger aantal slagen werken; bij grovere
zaagbladen is een vermindering van de snelheid
vereist.
- 53 -
01.12.2017 07:39:45
01.12.2017 07:39:45