Opzetten En Installeren; Selecteer Installatieplaats; Uitlaatluchtslang Leggen; Gebruik Vensterinzet - Goobay 59513 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 42
Gebruiksaanwijzing
7

Opzetten en installeren

7.1

Selecteer installatieplaats

GEVAAR!
De airconditioner bevat propaan (R290) als koelmiddel. Propaan is zeer ontvlambaar in combinatie met
lucht en kan explosief verbranden.
Gebruik en bewaar de airconditioner alleen in ruimten met een oppervlakte van ten minste 10 m²,
om het risico op een ontvlambare gasconcentratie te vermijden�
Laat de airconditioner niet werken in ruimten waar zich ontstekingsbronnen bevinden (b�v� open
vuur, elektrische kachels, ingeschakelde gastoestellen)�
De plaats voor de installatie van de airconditioner moet zorgvuldig worden gekozen� Denk aan de vol-
gende aspecten:
○ De ruimte waarin de airconditioner wordt geïnstalleerd en gebruikt, mag niet groter zijn dan
NL
20 m²�
○ Er kan water uit de airconditioner druppelen (bijv� als een afvoer voor condensaat niet goed is af-
gesloten)�
○ Aan alle zijden moet een minimumafstand van 60 cm tot muren en voorwerpen in acht worden
genomen�
○ Plaats de airconditioner ten minste 1 m uit de buurt van televisies of radio's om elektromagneti-
sche storingen te voorkomen�
○ Gebruik het toestel niet met een verlengsnoer of over een adapter�
○ Sluit het netkabel met de netstekker rechtstreeks aan op een geaard stopcontact�
○ Als u de airconditioner gebruikt in de werkingsmodi koelen, ontvochtigen of automatisch, moet het
mogelijk zijn de uitlaatluchtslang zo te leiden dat de uitlaatlucht naar buiten kan stromen�
Neem ook de informatie in hoofdstuk 1 „Veiligheidsvoorschriften" in acht!
7.2

Uitlaatluchtslang leggen

De uitlaatluchtslang (16) wordt gebruikt om de afvalwarmte en het
vocht naar buiten af te voeren� Er zijn verschillende manieren om de
uitlaatluchtslang te installeren�
Hij kan bijvoorbeeld in een deur of raam worden geklemd� Het uitein-
de van de uitlaatluchtslang moet dan worden vastgezet, zodat deze
niet kan wegglijden�
Als u de luchtafvoerslang door een raam leidt, moet u voor een effi-
ciënte werking het meegeleverde vensterinzet (18) of het raambekle-
ding (13) plaatsen (zie Hoofdstuk 7�3 of 7�4)�
De slang moet zo recht mogelijk of met een helling worden gelegd�
Er mogen geen knikken in de uitlaatluchtslang zitten� Knikken verhin-
deren dat de uitlaatlucht goed wordt afgevoerd� Uitgestoten lucht en
condensaat kunnen zich ophopen en tot storingen leiden�
De uitlaatluchtslang moet zo kort mogelijk zijn� Hoe korter de uitlaat-
luchtslang, hoe lager het energieverbruik�
De meegeleverde uitlaatluchtslang is op het toestel afgestemd� Ver-
vang of verleng deze niet met andere slangen�
7.3

Gebruik vensterinzet

Het vensterinzet (18) is bestemd voor gebruik met schuiframen� Het inzetraam sluit open ruimtes af en
houdt warme lucht en regen buiten�
Vensterinzet monteren
Het vensterinzet (18) bestaat uit twee delen die tegen elkaar schuiven� Het ene deel heeft een opening
voor de afvoerlucht (linkerdeel) en het andere deel heeft een geleidingsgroef in het midden (rechter-
deel)� Hierdoor kunt u de breedte vrij instellen� De gewenste breedte wordt vervolgens vastgezet met
de bevestigingsmoer (19), sluitring (20) en bevestigingsschroef (21)�
109
Brandgevaar!

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières