4. Indien zich een elektrostatisch- of elektromagnetisch veld in de omgeving van de
geheugenkaart bevindt.
5. Indien de geheugenkaart eruit wordt gehaald of de elektrische voeding wordt
onderbroken tijdens het gebruik van de geheugenkaart (bijv. tijdens het lezen,
schrijven of formatteren).
6. Indien het metalen contact oppervlak van de geheugenkaart wordt aangeraakt met
de vingers of metalen voorwerpen.
Afbeelding van het apparaat