vanaf stap 1.
4.
In verband met de goede ontvangst van het 868 MHz-zendsignaal dient de
uiteindelijke afstand tussen het temperatuurstation en de zender onder goede
omstandigheden nooit meer te zijn dan 100 meter (zie opmerkingen onder
"Positioneren" en "868 MHz-ontvangst").
Let op:
Let er bij het verwisselen van de batterijen in de toestellen goed op dat de batterijen niet los
springen van de contactpinnetjes. Wacht na het uitnemen van de batterijen altijd tenminste 1
minuut alvorens deze weer te plaatsen, anders kunnen zich zendproblemen voordoen.
BIJ GEBRUIK VAN MEERDERE ZENDERS
1.
Als opstarten voordien met één zender is gebeurd moeten alle batterijen uit het
weerstation en de zenders worden gehaald; wacht vervolgens 60 seconden.
2.
Plaats de batterijen in de eerste zender.
3.
Plaats binnen 2 minuten na het opstarten van de eerste zender de batterijen in het
weerstation. Zodra de batterijen op hun plaats liggen lichten alle delen van het scherm
even op en klinkt er een kort geluidssignaal. Vervolgens worden de binnentemperatuur
en de binnenvochtigheid, en de tijd 0:00 weergegeven. Als dit na 60 seconden nog niet
het geval is, verwijder dan de batterijen en wacht tenminste 60 seconden alvorens
deze weer terug in te brengen.
4.
De buitentemperatuur van de eerste zender (kanaal 1) dient nu door het weerstation te
worden weergegeven. Tevens moet het pictogram van de signaalontvangst worden
weergegeven. Als dit na 2 minuten nog niet het geval is dienen de batterijen uit beide
toestellen gehaald te worden en herstart te worden vanaf stap 1.
5.
Plaats de batterijen in de tweede zender zodra de registraties van de
buitentemperatuur van de eerste zender op het weerstation kunnen worden afgelezen.
Let op: Plaats binnen 45 seconden na ontvangst van de eerste zender de batterijen in
de tweede zender.
6.
De buitentemperatuur en de buitenvochtigheid van de tweede zender en het pictogram
"kanaal 2" dienen nu door het weerstation te worden weergegeven. Als dit na 2
minuten niet het geval is dienen de batterijen uit alle toestellen te worden gehaald en
herstart te worden vanaf stap 1.
Plaats de batterijen in de derde zender zodra het pictogram "kanaal 2" en de
7.
buitendata door het weerstation worden weergegeven. Vervolgens worden binnen 2
minuten de kanaal 3-buitengegevens van de derde zender weergegeven; zodra het
gelukt is de derde zender te ontvangen springt het pictogram weer op "1". Gebeurt dit
niet dan dient herstart te worden vanaf stap 1.
Let op: Plaats binnen 45 seconden na weergave van de informatie van de eerste
zender op het weerstation, de batterijen in de derde zender. Ofwel meteen na
ontvangst van de tweede zender.
8.
In verband met de goede ontvangst van het 868 MHz-zendsignaal dient de
uiteindelijke afstand tussen het weerstation en de zenders onder goede
omstandigheden nooit meer te zijn dan 100 meter (zie opmerkingen onder
"Positioneren" en "868 MHz-ontvangst").
BELANGRIJK:
Als de hierboven beschreven instructies voor het instellen van extra sensors niet correct
worden uitgevoerd kunnen zendproblemen optreden. Bij zendproblemen dienen de batterijen
uit alle toestellen te worden verwijderd en herstart te worden vanaf stap 1
DCF-RADIOGRAFISCHE TIJD
De tijdbasis voor de radiografisch bestuurde tijd is een Cesium Atomic Klok van het Duitse
Rijksinstituut voor Physica en Techniek in Braunschweig met een afwijking van minder dan
56