Storingen zoeken
13
Storingen zoeken
Het toestel functioneert niet
De aansluitkabels naar het achteruitrijlicht maken geen contact of zijn verwisseld.
De stekkers van de sensoren zijn niet of niet goed in de besturingselektronica gesto-
ken.
➤ Controleer de stekkers en steek ze indien nodig zo ver in tot ze vastklikken.
Knipperende segmenten op het display
Defecte sensoren worden op het display door knipperende segmenten dicht bij de
sensor weergegeven. Het systeem werkt verder met de andere sensoren.
A
LET OP!
Het systeem functioneert niet correct, indien een of meerdere sensoren
defect zijn. Vervang defecte sensoren zo snel mogelijk.
Geen akoestische signalen
De luidspreker is uitgeschakeld.
➤ Controleer of de luidspreker ingeschakeld is.
➤ Controleer of de luidspreker correct aangesloten is.
➤ Zet de parameter 01 op de waarde 1 of 2 (zie hoofdstuk „Systeem instellen" op
pagina 89).
Toestel meldt obstakels verkeerd
De volgende oorzaken kunnen valse alarmen tot gevolg hebben:
•
Vuil of vorst op de sensoren.
➤ Reinig de sensoren.
•
De sensoren zijn verkeerd gemonteerd.
➤ Pas de positie van de sensoren aan (afb. 3).
➤ Stel eventueel met parameter 17 de gevoeligheid van de sensoren in (zie hoofd-
stuk „Systeem instellen" op pagina 89).
•
De sensoren maken contact met het voertuigchassis.
➤ Maak de sensoren van het chassis los.
92
MWE6004
NL