Probleem
De deur werkt niet.
WVerkleining van de
werkafstand van de afs-
tandsbediening.
Deur stopt niet bij de begin-
of eindpositie.
Ik druk op de open/dicht
knop, maar er gebeurt niets.
1. Als er iemand of obstakels tussen de poort zit, mag u de poort niet openen of sluiten om de veiligheid
te garanderen.
2. De voeding van de besturingsprintplaat moet worden voorzien van een aparte schakelaar.
met een zekering van 10AMP.
3. Er is sterke elektriciteit in de regelkast. Sluit de stroomtoevoer af voordat u het deksel opent.
4. Motorreductiemodulus M = 4, aantal tanden = 16, gebruik de bijbehorende rekken.
5. het hek moet zo recht mogelijk zijn, zodat het na rekken goed vastgezet kan worden en het hek in
een goede positie kan staan met motorreductoren.
6. Rekken en versnellingen moeten worden gecontroleerd in goede spleet. dus kan het glijden stabiel
maken.
7. Controleer na bevestiging van de bewegingsrichting van de poort of het limietblok in een goede
positie is vastgezet om te voorkomen dat de motor door een storing uit de hand loopt.
Probleemoplossing
Mogelijke oorzaken
1. De toestand van de koppeling controleren, of deze
nu gemotoriseerd is of niet?
2. Geen stroomindicatie, en het vrijgeven van de
stroom.
3. De zekering is kapot.
4. Storing of ongeldigheid van de afstandsbediening
5. Beschadigde stroomkabel
6. Afstandsbediening of motorprobleem
1. Zwakke of beschadigde batterijen
2. Storing door apparatuur met dezelfde frequentie
3. De ontvanger van de controller was beschadig
1. De tuimelschakelaar voor de klemaansluiting is
beschadigd of geblokkeerd.
2. De motor-eindschakelaar en de eindschakelaar op
de interfaceprint zijn losgekoppeld.
3. De eindschakelaar voor openen en sluiten staat niet
in de juiste stand.
1. Geblokkeerde gevoeligheid is te hoog (instelling te
groot).
2. De deur ging van de rail af en maakte de tandheuge-
laandrijving los.
Belangrijke opmerkingen
Methode van herstel
> Collectie
> Herstel de kracht.
> Verander de zekering.
> Detecteer of verander.
> Detecteren en repareren.
> Detecteren en repareren.
> Vervang de batterij.
> Wacht op / elimineer storing.
>Vervang het bedieningspaneel.
>Vervang de knevelschakelaar of verwij-
der de obstructie.
>Inserteren en beveiligen.
>De eindschakelaar (K1) instellen.
>Verlaag de blokkeergevoeligheid en
controleer of de apparaten en rekken
normaal kunnen werken.
>Onderhoud en vervanging.
NL
133