ELEKTRISCHE BEDRADING
6.2.1 Instellingen PCB1
DSW1 en DSW2
Geen instelling vereist
DSW1
Alle units
7 8
DSW3: instelling van capaciteitscode
Fabrieksinstelling, dus geen verdere instelling vereist. Deze
DIP-switch wordt gebruikt voor de capaciteitsmodus in te stellen.
KPI-252
KPI-1002
KPI-1502
DSW4: Instelling van unitmodelcode
Deze instelling is niet vereist. Deze DIP-switch wordt gebruikt
voor de modelcode in te stellen.
KPI (E4E)
DSW5 en RSW2: instelling
koelmiddelcyclusnummer
Deze instelling is vereist. Fabrieksinstelling:
DSW5
DSW5 en RSW2 kunnen worden ingesteld op 63
Voorbeeld inst. 5 systemen:
DSW5
Alle pennen staan op OFF
95
PMML0371A rev.1 - 08/2016
DSW2
Alle units
DSW3
KPI-502
KPI-802
KPI-2002
DSW4
Actieve KPI (X4E)
RSW2
RSW2
Bevestigen op 5
DSW6 en RSW1: instelling unitnummer
Deze instelling is vereist. Fabrieksinstelling:
DSW6
DSW6 en RSW1 kunnen worden ingesteld op 63
Voorbeeld inst. nr. 16
DSW6
DSW7: Selectie afstandsbediening
Deze instelling is niet vereist. Fabrieksinstelling.
DSW7: Activering zekeringen
Als er een hoge spanning komt te staan op
terminal 1 of 2 van TB, wordt de zekering op
printplaat PCB1 uitgeschakeld. Repareer in dat
geval eerst de bedrading naar TB en zet daarna
schakelaar 1 op ON; zie de afbeelding hiernaast.
?
O P M E R K I N G
•
Het symbool "
" geeft de positie van de dip-schakelaars
aan. In de afbeeldingen worden de fabrieksinstellingen of de
instellingen na selectie weergegeven.
•
Om de stand van de draaischakelaars in te stellen, steekt u een
schroevendraaier in de gleuf van de RSW.
RSW1
RSW1
Indicator
Platte schroevendraaier
gebruiken