Zelfs indien de machine in overeenstemming met de Gebruiksaanwijzing wordt
gebruikt is toch niet mogelijk risicofactor verbonden met de constructie en het
gebruik van de slijpmachine te elimineren. De vaakst voorkomende
risicofactoren:
- letsel door contact met niet afgeschermde zaagelementen
- elektrische schok.
- lichamelijk letsel als gevolg van de terugslag van het apparaat
- brandwonden als gevolg van contact met hete delen van het apparaat.
3. Omschrijving van het apparaat
Afb. A en B: 1 - vergrendelknop van de schakelaar, 2 - schakelaar, 3 -
achterhandgreep, 4 - olievatdop, 5 - voorhandgreep, 6 - remhendel/
voorhandbeschermkap, 7 - getande stop, 8 - geleider, 9 - ketting, 10 - netsnoer,
11 - verlengsnoer, 12 - olieniveau-indicator, 13 - tandwiel-afschermkap, 14 -
vergrendeling van de kettingspanner, 15 - kettingspanner, 16 - tandwiel
(kettingwiel), 17 - kettingspanner, 18 - opening voor smering van de geleider.
4. Gebruiksbestemming van het apparaat
De kettingzaag is geschikt voor het zagen van hout en houten voorwerpen. De
zaag is vooral geschikt voor het zagen van brandhout of voor huishoudelijk werk
met betrekking tot het zagen van hout. De handelingsprocedure wordt later in
de gebruiksaanwijzing omschreven.
Het
is
toegestaan
het
apparaat
bouwwerkzaamheden, in de reparatiewerkplaatsen, bij amateurwerk met
tegelijk inachtneming van de gebruiksvoorwaarden en de toegestane
arbeidsomstandigheden zoals in de gebruiksaanwijzing bepaalt.
5. Beperkingen in het gebruik
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt in overeenstemming met het
hieronder omschreven: "Toegelaten werkomstandigheden."
Er mogen geen andere materialen worden gezaagd dan die in het Beoogd
gebruik van het apparaat.
Onbevoegde aanpassingen in de mechanische en elektrische constructie,
aanpassingen, onderhoud die niet in de Gebruiksaanwijzing wordt omschreven,
worden beschouwd als onbevoegd en leiden tot onmiddellijk verlies van de
garantierechten. Onjuist gebruik of gebruik niet in overeenstemming met de
gebruiksaanwijzing veroorzaakt onmiddellijk verlies van de garantierechten en
verlies van de geldigheid van de verklaring van overeenstemming.
Toegelaten werkomstandigheden
Bedrijfsmodus S1 – continubedrijf
6. Technische gegevens
Model van het apparaat
Spanning en voeding
Nominaal vermogen
Geleider
Maximale lengte van de geleider
Kettingtype
Kettingafstand
Aantal tanden
Type tand
Kettingsdiekte
Lineaire snelheid van de ketting
(geen belasting)
Inhoud van de kettingolietank
Beschermingsklasse tegen
elektrische schokken
Beschermklasse tegen direct
toegang
Trillingsemissiewaarde op de houder
Meetonzekerheid KD
Geluidsemmissie:
Geluidsdrukniveau LPA
Geluidsniveau LWA
Meetonzekerheid KLPA, KLWA
Aangegeven Lwa niveau
Gewicht van het apparaat
Informatie over geluid en trillingen.
De gecombineerde waarde van trillingen a
in overeenstemming met EN 60745-2-1 en weergegeven in de tabel
De geluidsemissie bepaald in overeenstemming met EN 60745-2-1, de waarden
weergegeven in de bovenstaande tabel.
Geluidsoverlast kan gehoorschade veroorzaken, gebruik altijd tijdens het
werk gehoorbescherming!
De aangegeven geluidsemissiewaarde gemeten volgens een standaard
testmethode en kan worden gebruikt om het ene apparaat met het andere te
vergelijken. Het hierboven vermelde geluidemissieniveau kan ook worden
gebruikt om de blootstelling aan lawaai vooraf te beoordelen.
Het geluidsniveau tijdens het daadwerkelijke gebruik van het elektrisch
gereedschap kan van de aangegeven waarden afwijken, afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt, met name van het type
werkstuk en van de noodzaak om maatregelen te bepalen om de gebruiker te
beschermen. Om de blootstelling onder werkelijke gebruiksomstandigheden
nauwkeurig in te schatten, moeten alle delen van de gebruikscyclus in acht
worden genomen inclusief de perioden waarin het apparaat wordt uitgeschakeld
of wanneer het wordt ingeschakeld maar niet wordt gebruikt.
7. Op bedrijf voorbereiden
Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer de stekker uit
het stopcontact is gehaald. Sluit de kettingzaag pas aan als de zaag
48
te
gebruiken
bij
renovatie-
DED8701
DED8702
230V, 50 Hz
2,2 kW
Dedra
Oregon Double
DED87012
Guard 91
16" (400 mm)
DED87011
Oregon
3/8" (19 mm)
3/8" (19 mm)
57
57
Volledige beitel
1,3 mm
1,3 mm
13 m/s
200 ml
II
IPX0
2
2
7,380 m/s
7,380 m/s
2
2
1,5 m/s
1,5 m/s
94 dB(A)
94 dB(A)
107 dB(A)
107 dB(A)
3 dB(A)
3 dB(A)
107 dB(A)
107 dB(A)
4,3 kg
en de meetonzekerheid bepaald
h
volledig is gemonteerd, de kettingspanning is ingesteld en de
kettingsmeerolie zich in de tank bevindt.
Draag altijd beschermende handschoenen bij het samenstellen, afstellen
en inspecteren van de kettingzaag om letsel te voorkomen.
Installatie van de geleider en de ketting
Verwijder de tandwielkap (afb. A, 13) door de vergrendeling van de
kettingspanner los te draaien (afb. A, 14). Schroef de kettingspanner (Afb. B,
17) en de geleider (Afb. A, 8) zoals op Afb. C. Zorg ervoor dat het olieopening
in de geleider (Afb. C, 1) voor het smeren van de ketting niet is verstopt.
Controleer de ketting op schade - of de schakels gebroken zijn of de klinknagels
niet gebroken zijn. Bevestig geen beschadigde ketting aan de kettingzaag.
Installeer de geleider en ketting zoals op afb. B. Zorg voor de juiste richting van
de ketting - de scherpe randen van de zaagtanden moeten in de richting van de
ketting worden gedraaid zoals op afb. B. Zorg ervoor dat de geleider goed tegen
het zaaglichaam gedrukt en de ketting goed in het aandrijftandwiel (Afb. B, 16)
en in de geleidersgroeven zit. Span de ketting voor door de kettingspanner (Afb.
B, 17) naar rechts te draaien. Installeer de tandwielkap (afb. A, 13) door de
vergrendelknop van de spanner vast te draaien (afb. A, 14). Zorg ervoor dat het
afschermkap de zaagbehuizing langs contactranden
uitsteekt en is gespannen.
en
De zaagketting spannen
De ketting wordt langer tijdens gebruik, de spanning moet systematisch worden
gecontroleerd. Bij het eerste gebruik van een nieuwe ketting moet in acht
worden genomen dat het apparaat moet enige tijd draaien, daarom moet de
spanning vaker worden gecontroleerd. Het is belangrijk om de spanning van de
nieuwe ketting om de 5-10 minuten te controleren. Om de ketting te spannen,
maak de vergrendeling van de kettingspanner (Afb. A, 14) iets naar links los.
Draai de kettingspannerknop (afb. A, 15) naar rechts om de ketting strakker te
zetten, of naar links om de spanning te verminderen. Draai vervolgens de
vergrendeling van de kettingspanner naar rechts tot hij stopt (afb. A, 14). Een
goed gespannen ketting hangt niet langs de onderkant van de geleider en kan
voorzichtig 3-4 mm van de geleider in de middenlijn van de lengte worden
verwijderd, de ketting kan niet uit de geleidersgroeven vallen (afb. D). Na het
loslaten keert de ketting terug naar zijn plaats in de geleidersgroeven. Voer zo
nodig correcties uiten herhaal de voornoemde stappen.
Ketting smeren
Werken met een zaag zonder olie die de ketting smeert, is verboden. Dit kan
een kettingbreuk veroorzaken, wat kan leiden tot ernstig letsel of de dood van
de operator.
Gebruik als kettingsmeermiddelen alleen oliën die bedoeld zijn voor
kettingzagen (bv. Dedra DEGL02-olie). Het gebruik van verbruikte motoroliën of
andere smeermiddelen die niet zijn bedoeld, is verboden. De selectie van de
juiste olie verlengt de levensduur van de ketting en de zaaggeleider.
Om de smeerolie van de ketting bij te vullen, draait de dop van het oliereservoir
(afb. A, 4) los en giet binnen. Let bij het bijvullen van olie op het niveau door de
olieniveaumeter (Afb. A, 12). De tank bevat in één keer 200 ml olie. Als de olie
over het zaaghuis morst, droog het dan met een katoenen doek.
Zorg er bij het bijvullen van het oliepeil voor dat er geen onzuiverheden in de
tank komen dit kan
kettingzaagcomponenten zoals de oliepomp leiden.
8. AAN HET NETWERK AANSLUITEN
Vooraleer het toestel aan een elektriciteitsbron wordt aangesloten controleren
of de voedingsspanning met de op de typeplaat weergegeven waarde
correspondeert.De voedingsinstallatie van het toestel dient te worden
uitgevoerd in overeenstemming met belangrijkste vereisten betreffende de
elektrische installatie en dient aan de veiligheidseisen voor gebruik te voldoen.
De parameters van de minimale diameter van de voedingskabel en de minimale
waarde van de zekering afhankelijk van het vermogen van het toestel worden in
de onderstaande tabel weergegeven.
De installatie dient door een bevoegde elektricien te worden uitgevoerd. Bij
gebruik van verlengkabels dient men te controleren of de diameter van de draad
niet kleiner dan vereist is (zie tabel). De elektrische kabel zo plaatsen dat hij
tijdens bedrijf niet doorgesneden kan worden. Geen beschadigde verlengkabels
gebruiken.De technische toestand van de voedingskabel periodiek controleren.
Aan de voedingskabel niet trekken.
Het vermogen van
het toestel [W]
1400÷2300
9. Apparaat aanzetten
Vooraleer het apparaat wordt gestart moeten de werkzaamheden als in het
hoofdstuk "Op werk voorbereiden" worden verricht.
Het verlengsnoer dat wordt gebruikt om de zaag met stroom te voorzien, moet
aan zijn uiteinde worden gelust, door het gat in de achterste handgreep worden
bewogen en aan de haak worden gehaakt (afb. A, 11). Dit beschermt de
voedingskabel van de zaag tegen ongecontroleerd wegglijden uit de
verlengingsplug. Het is verboden om de stroomkabel van de zaag op deze haak
te plaatsen. Controleer voordat u het apparaat inschakelt of beide benen van
de operator stevig op de grond rusten, de rechterhand op de achterste
handgreep (afb. A, 3) en de linkerhand op de voorste handgreep (afb. A, 5).
Zorg ervoor dat er geen andere personen of dieren in de buurt zijn die zich op
een ongecontroleerde manier binnen het bereik van de zaag kunnen bevinden.
Zorg ervoor dat de zaagketting niets tijdens het opstart raakt. Om het apparaat
in te schakelen, verplaatst het remhendel (afb. A, 6) naar de voorste handgreep
(afb. A, 5). Druk vervolgens met de duim van de rechterhand op de
vergrendelknop van de schakelaar (afb. A, 1). Druk met minstens twee vingers
(wijs en midden) van de rechterhand op de schakelaar (afb. A, 2). Het apparaat
wordt in bedrijf gezet.
tot onjuiste kettingsmering of schade aan de
De minimale
De minimale waarde van
leidingdiameter [mm2]
de zekerheid type C [A]
1,5
aanraakt, nergens
16