vastklikt. Druk de as-blokkeringsknop niet in terwijl het
multigereedschap draait.
2. Draai bij ingedrukte as-blokkeringsknop de spanmoer los (maar
verwijder deze niet). Gebruik indien nodig de spantang.
3. Plaats de schacht van het accessoire of inzetgereedschap
helemaal in de spantang.
4. Terwijl de asvergrendeling is ingeschakeld, moet u de
spanmoer handvast vastdraaien tot de schacht van het
accessoire door de spantang wordt vastgegrepen. Gebruik
de spantang om de accessoire of het inzetgereedschap in de
spantang vast te zetten.
OPMERKING: Lees absoluut de bij uw Dremel accessoire
meegeleverde instructies voor meer informatie over het
gebruik ervan.
Gebruik uitsluitend door Dremel geteste accessoires met groot
prestatievermogen.
EEN GOED BEGIN
GEBRUIK
De eerste stap bij het gebruik van het multigereedschap is u
vertrouwd maken met het gereedschap. Houd het gereedschap
in uw hand en voel het gewicht en de balans. Voel de taps toe-
lopende behuizing. Dit tapse toelopen maakt het mogelijk om het
gereedschap bijna als een pen of potlood vast te houden. Het
unieke softgrip op de neus zorgt voor extra comfort en controle
tijdens gebruik.
Houd het gereedschap altijd uit de buurt van uw gezicht. Accessoi-
res kunnen worden beschadigd tijdens het gebruik en kunnen uit
elkaar spatten door het hoge toerental.
Bedek bij het vasthouden van het gereedschap niet de ventilatie-
openingen met uw hand. Blokkeren van de ventilatieopeningen
kan leiden tot oververhitting van de motor.
BELANGRIJK! Oefen eerst op een stuk afvalmateriaal om te kijken
hoe het gereedschap bij hoge snelheid presteert. Denk eraan dat
uw multigereedschap het beste werk levert, wanneer u de snelheid,
samen met het juiste Dremel accessoire en juiste hulpstuk, het
werk voor u laat doen. Oefen indien mogelijk tijdens gebruik geen
druk uit op het gereedschap. Breng in plaats daarvan het draaiende
accessoire lichtjes omlaag naar het werkstukoppervlak en laat de
punt daar contact maken waar u wilt beginnen. Concentreer u op
het geleiden van het gereedschap over het werkstuk, met een lichte
druk van uw hand. Sta toe dat het accessoire het werk doet.
Het is gewoonlijk beter om met het gereedschap een aantal
keren dezelfde bewerkingsstappen uit te voeren dan om de hele
klus in één keer te willen doen. Een voorzichtige aanpak zorgt
voor de beste controle en vermindert de kans op fouten.
Voor de beste controle bij nauwkeurig werk moet u het multi-
gereedschap als een pen tussen duim en wijsvinger houden.
AFBEELDING 6
Het vasthouden als een golfclub is de beste methode voor zwaar-
dere bewerkingen zoals slijpen of snijden. AFBEELDING 7
WERKTOERENTALLEN
Dit gereedschap is een HS-multigereedschap. De toerental-
len ervan variëren van 5.000 tot 35.000 OPM. Wanneer u de
omwentelingen per minuut afstelt op uw klus, zorgt dit voor
een beter eindresultaat. Stel voor het verkrijgen van de beste
resultaten bij het werken met verschillende materialen het
variabele toerental in afhankelijk van de betreffende klus. Oefen
eerst op een stuk afvalmateriaal om het juiste toerental voor het
gebruikte accessoire te kiezen.
De schakelaarstanden van het multigereedschap van de 10.8V
Lithium-Ion zijn gemarkeerd op de toerentalregelknop. Raadpleeg
de tabel met toerentalinstellingen op de pagina's 4-6 om het
juiste toerental voor het te bewerken materiaal en het gebruikte
accessoire te helpen bepalen.
A) Voor gebruik bij gipskarton. Gebruik voor het beste resultaat
een toerental van 35.000 OPM.
B) Voor gebruik voor het verwijderen van voegspecie tussen
wand- en vloertegels. Gebruik instelling 7-8.
*) Toerental voor lichte snijwerkzaamheden. Pas op,
verbranding bij diepe groeven mogelijk.
■
) Afhankelijk van snijrichting t.o.v. draad.
De meeste klussen kunnen worden uitgevoerd wanneer het
gereedschap in de hoogste stand wordt gebruikt. Bepaalde mate-
rialen (sommige kunststoffen en metalen) kunnen echter worden
beschadigd door de hitte die vrijkomt bij een hoog toerental, en
dienen met relatief lage toerentallen te worden bewerkt. Gebruik
met een laag toerental (15.000 OPM of minder) is gewoonlijk het
beste voor polijstwerkzaamheden met de polijstaccessoires van
vilt. Alle toepassingen met de draadborstel vereisen lagere toeren-
tallen om te voorkomen dat draadstukken uit de houder vliegen.
Laat de prestatie van het gereedschap het werk voor u doen
bij het gebruik van lagere toerentallen. Hogere toerentallen zijn
beter voor hardhout, metalen en glas en voor boren, uitsnijdingen
maken, snijden, frezen, frezen van profielen en zagen van plinten
of sponningen in hout.
De instellingen voor globale omwentelingen per minuut zijn:
Knopinstelling
1-2
3-4
5-6
7-8
9-10
Enkele richtlijnen met betrekking tot het toerental van het
gereedschap:
•
Kunststof en ander materiaal dat bij lage temperaturen
smelt, moet met een laag toerental worden bewerkt.
•
Polijsten, poetsen en reinigen met een draadborstel moet
met een toerental niet hoger dan 15.000 OPM worden
uitgevoerd om schade aan de borstel en uw materiaal te
voorkomen.
•
Hout moet met een hoog toerental worden gezaagd.
•
Ijzer of staal moet met een hoog toerental worden gezaagd.
•
Als een snelfrees voor staal begint te trillen, wijst dit er
gewoonlijk op dat deze te langzaam draait.
•
Aluminium, koperlegeringen, zinklegeringen en tin kunnen
met verschillende toerentallen worden bewerkt, afhankelijk
van het type bewerking dat u wilt uitvoeren. Gebruik een
paraffi ne (geen water) of een ander geschikt smeermiddel
om te voorkomen dat er materiaalresten tussen de
zaagtanden van de frees gaan zitten.
36
Toerentalbereik
5.000 - 10.000 OPM
11.000 - 16.000 OPM
17.000 - 22.000 OPM
23.000 - 28.000 OPM
29.000 - 35.000 OPM