WERKEN MET DE MAAIMACHINE
VOORBEREIDING VAN DE MOTOR (Fig.J
Voor de voorbereiding van de motor het instruc-
tiehandboek van de motorfabrikant raadplegen.
LET OP: Voor het gebruik olie aan de motor
toevoegen.
STARTEN VAN DE MOTOR (Fig.J
Na de voorbereiding kan de motor op de volgende manier
gestart worden:
a) Het remhandvat (14) indrukken om de motor te kunnen
starten, houd de hendel tegen het handvat aangedrukt
bij het starten en tijdens het gebruik van de machine
(laat de rem van de motor werken).
b) voor motoren met primer-systeem:
Druk 3 of 4 keer op de brandstofverrijkingspomp (2)
die zich op de carburateur bevindt.
Voor nadere aanwijzingen is het raadzaam het instructie-
boekje van de motor te raadplegen.
c) Motor starten:
HANDMATIG STARTEN: (De stophendel van de motor
vasthoudend (14)).
grijp de starterhandgreep (11) vast en trek langzaam
aan het koord tot er compressie ontstaat. ontstaat. Laat
de starterhandgreep vieren en trek vervolgens met een
snelle krachtige beweging.
STELLEN VAN DE SCHAKELINGSKABEL
Belangrijk: wanneer bij aangetrokken koppelingshandvat de aandrijving niet ingeschakeld wordt, dient de
koppelingskabel afgesteld te worden door de veer (P) in een van de volgende gaten van het plaatje (R) te
plaatsen "S"
ONDERHOUD
Bij viertakt-verbrandingsmotor regelmatig het oliepeil
controleren. Indien nodig olie bijvullen of verversen.
Voor nadere aanwijzingen het instructiehandboek van
de motor raadplegen.
Regelmatig de schroeven en moeren controleren.
Na het maaien de machine altijd zowel van boven als
van onderen schoonhouden. Vermijden dat zich gras
onder het chassis verzamelt.
Niet met de uitlaat in contact komen, daar deze erg
heet kan zijn.
Het mes vaak controleren: voor een goed snijresultaat
dient het mes scherp en in balans te zijn.
Controleer vaak het mes op eventuele beschadigin-
gen.
)
I
ELEKTRISCH STARTEN: (De stophendel van de motor
vasthoudend (14)).
)
II
Houd de handgreep (14) ingedrukt tijdens het gebruik, bij
het loslaten ervan stopt de motor.
MAAIEN
Begin het maaien door de machine met de hand voortdu-
wen of de automatische besturing inschakelen.
Inschakelen aandrijving (Fig.J
dvat (17 - 18) omhoog trekken en ingedrukt houden.
Uitschakelen aandrijving: het koppelingshandvat
loslaten.
Schakel, voordat u de machine naar u toe trekt, de
aandrijving uit en duw de machine ca. 10 cm naar voren.
Pas op! De motor uitzetten en de bougie ontkoppelen
alvorens enige onderhoudshandeling uit te voeren
Plaats de plug (G) in het gat (H) op de motor. Draai de
sleutel (16)
PAS OP: zodra de motor gestart wordt gaat
het mes draaien.
PAS OP: alleen inschakelen bij lopende
motor
(alleen voor zelfaangedreven versies)
Het is raadzaam aan het eind van elk seizoen de
maaimachine door een vakman te laten nakijken;
vooral wanneer het mes hard tegen hindernissen heeft
gestoten.
Reiniging orderchassis
Met stilstaande en uitgeschakelde machine.
- Verbind het verbindingsstuk (22) op het chassis met
de watertoevoerkraan. Zet de kraan open.
- Start de motor (draaiend mes) en laat hem enkele
minuten draaien.
Na de reiniging: zet de motor uit, draai de kraan dicht,
verwijder de buis
): het koppelingshan-
III
NEDERLAND -
4