zuigaansluitingen en een persaansluiting. Van de
zuigaansluitingen zijn er standaard drie afgedopt.
Vier aansluitmogelijkheden bevinden zich aan
de zijkanten van de InventiBox DC-P en één
aansluitmogelijkheid aan de achterzijde.
De bodem- en de persaansluiting moeten
altijd aansluiten op een kanaal met een lengte
van tenminste 90cm.
Monteer de installatie met zo min mogelijk
luchtweerstand en vrij van lekkage. Minimaliseer
het gebruik van flexibele leidingen. Dop de niet
gebruikte openingen aan de zuigzijde af. Sluit de
persaansluiting altijd aan. Monteer de InventiBox
DC-P aan een wand of plafond met voldoende
massa.
Elektrische aansluitingen
De InventiBox DC-P moet worden aangesloten
conform de plaatselijk geldende voorschriften.
De InventiBox DC-P is voorzien van een snoer
met een Perilex steker of een los aansluitsnoer
voor de elektrische aansluiting (zie afb. D).
Schakel de spanning van de InventiBox DC-P
pas in als alles is geïnstalleerd. Het toestel is niet
geschikt voor aansluiting op het draaistroomnet.
Het toestel is standaard te schakelen op drie
standen en moet worden aangesloten volgens
bijgevoegd schema (zie afb. C).
De aansturingsprint is voorzien van een 0-10VDC
connector, waarmee het ventilatiesysteem ook
door een extern besturingssysteem kan worden
aangestuurd.
De
aansluiting
besturingssysteem mag nooit in combinatie
worden gebruikt met de RF-afstandsbediening.
Dit kan schade aan de elektrische aansturing tot
gevolg hebben.
4 - NL
van
een
extern
Inregelen ventielen
Schakel de InventiBox DC-P in de hoogste stand.
Sluit de ramen en deuren. Zet het systeem in de
hoogste stand en zet de ventielen maximaal
open. Meet de totale luchthoeveelheid op
de ventielen. Stel m.b.v. de dipswitches het
systeem af op de juiste totaalcapaciteit. Regel de
ventielen in op het juiste debiet per ruimte. Kruis
de standen van de dipswitches aan in de tabel.
Instellingen DIP-switches
Op
de
aansturingsprint
schakelaars (DIP) aanwezig, waarmee een aantal
extra instellingen kunnen worden gedaan. Met de
schakelaars 1 t/m 4 (zie tab. 1) kan de snelheid
van de ventilator nog extra worden aangepast
bij alle standen. Dit kan nodig zijn indien er
lange aan- of afvoerkanalen worden gebruikt.
Schakelaar 5 en 6 (zie tab. 2) worden gebruikt
voor de instellingen bij een externe aansturing
van het ventilatiesysteem.
Let op: Verwijder de spanning om de gemaakt
instellingen te activeren.
Onderhoud door de gebruiker
De gebruiker dient er op toe te zien dat de
InventiBox DC-P jaarlijks wordt gecontroleerd
door de installateur en, indien nodig, gereinigd.
Reinigen ventilatieventielen
Reinig de ventilatieventielen met water en
zeep. Neem hiervoor de ventielen uit het
kanaalsysteem.
Let op: Zorg dat de ventielen niet onderling
worden verwisseld en dat de instellingen niet
worden gewijzigd.
zijn
een
aantal