Deze multimeter werkt op batterijen. Zorg dat
gebruikte batterijen op de voorgeschreven
wijze worden verwijderd.
Zie voor vervanging van de batterij hoofdstuk 13 "Het
vervangen van de batterij".
6. SERVICE NAAANKOOP
Bewaar de originele verpakking. Mocht het apparaat
vervoerd moeten worden, dan is de kans op beschadi-
ging tijdens transport het kleinst bij gebruik van de ori-
ginele verpakking. In het geval van een garantieclaim
dient hetapparaat aangeboden te worden in een zo
stevig mogelijke verpakking, bij voorkeur de originele.
Alle producten worden nauwkeurig getest voordat ze
NL
de fabriek verlaten. Mocht het apparaat toch defect ra-
ken, neem dan contact op met uw dealer.
7. VOORINGEBRUIKNAME
1. Wanneer de te meten spanning en/of stroom on-
bekend is, stel dan de draaiknop in op het hoogste
meetbereik. Als de nauwkeurigheid onvoldoende is,
zet de draaiknop dan één meetbereik lager, enz.
2. Als hetapparaat niet in gebruik is, zet de draaiknop
dan in de "OFF"-stand.
3. De schakelingvan de multimeterverschiltvoor het
meten van spanning en stroom. Er is een parallelle
schakeling voor het meten van spanning en een
seriële voor het meten van stroom. In het laatste
geval moet een geleider worden onderbroken in het
te meten circuit.
4. Sluit nooit een stroom- of spanningbron aan op de
multimeter als de FUNCTIEschakelaar in de positie
of
staat.
5. Sluit nooit een hogere spanning dan 1000 V DC of
750 V AC aan op de meter.
8. KORT OVERZICHT
MEETMOGELIJKHEDEN
De multimeter is geschikt voor het meten van:
•
Gelijkspanning (VDC, bijvoorbeeld de spanning
van een accu of batterij)
•
Gelijkstroom (ADC)
•
Wisselspanning (VAC, bijvoorbeeld de spanning
van de stroomtoevoer van een apparaat)
•
Weerstand (, Ohm)
•
Meten van diodes en hFE-transistoren
•
Wisselstroom (AAC)
•
Continuïteitstest
Een te meten object kan onder spanning staan. Om te
meten sluit u de multimeter parallel aan.
Wanneer stroom moet worden gemeten, zet de multi-
meter dan in het circuit (seriële verbinding). Het circuit
voor het meten van de stroom moet worden geïsole-
erd, omdat de stroom door de multimeter moet lopen.
Wanneer u de spanning meet, schakel de multimeter
dan niet op bijvoorbeeld stroommeting. U kunt hierdoor
de multimeter onherstelbaar beschadigen, doordat er
kortsluiting kan ontstaan.
1
9. GEBRUIK
A. Groot 3,5 digit LCD display (max. uitlezing: 1999.)
Aanduidingen voor decimale punt, polariteit, over-
belasting en indicatie lege batterij.
32
B. FUNCTIEschakelaar:draaischakelaarvoorhet
stellen van het bereik
C. 10 A. Positieve aansl uiting voor stroommetingen
boven 200 mA tot een maximum van 10 A.
D. mA. (0-200 mA)
E. COM. Negatieve aansluiting.
F. V. Positieve aansluiting voor spanning- en weer-
standmetingen.
10. METINGEN
10. l Het meten van gelijkspanning (V DC)
1. Sluit het ZWARTE snoer aan op het "COM" aanslu-
itpunt en het RODE snoer op het "VmA" aansluit-
punt.
2. Zetde FUNCTIE-schakelaar op de gewenste'V"
stand en sluit de snoeren aan op de te meten span-
ningbron of meetpunten. Denkaan de juiste polari-
teit (rood is + en zwart is -), anders geeft het display
een min-teken voor de waarde aan.
3. Lees de waarde af in Volt.
BEREIK
NAUWKEURIGHEID
200 mV
2 V
±0,5% of rdg ±1 dgt
20 V
200 V
1000 V
±0,8% of rdg ±2 dgt
Ingangsweerstand 10M
Overbelastingbeveiliging DC 1000 V of AC piekwaarde
van 750 V (behalve 200-mV bereik met een max. wa-
arde van 250V rms).
TIP:
1. Als het spanningsbereik vooraf niet bekend is, zet
de FUNCTIE-schakelaar dan op het hoogste bereik
en vervolgens zonodig steeds lager.
2. Als het cijfer "l" op het display verschijnt, ligt de
te meten waarde buiten het ingestelde bereik. De
FUNCTIE-schakelaar moet dan op een hoger be-
reik worden gezet.
3. De maximale ingangsspanning is 1000 V DC. Ho-
gere spanningen kunnen niet gemeten worden.
4. Wees uiterst voorzichtig bij het meten van hoge
spanningen.
10.2 Het meten van wisselspanning (V AC)
1. Sluit het ZWARTE snoer aan op het "COM" aanslu-
itpunt en het RODE snoer op het "VmA" aansluit-
punt.
2. Zetde FUNCTIE-schakelaar op de gewenste "V"
stand en sluit de snoeren aan op de te meten span-
ningbron of meetpunten. De polariteit van de meet-
pennen is niet van belang.
3. Leesdewaardea¿ n Volt.
in-
RESOLUTIE
100 V
1 mV
10 mV
100 mV
1 V