7.3 Periodieke reiniging
LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant
van het apparaat en
verplaats of beschadig ze
niet.
LET OP!
Let op dat u het koelsysteem
niet beschadigt.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon en
vrij van resten zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de
achterkant van het apparaat schoon
met een borstel.
Dit zal de prestatie van het apparaat
verbeteren en het
elektriciteitsverbruik reduceren.
7.4 Het reinigen van de
luchtkanalen
1. Verwijder de plint (A) en daarna het
ventilatierooster (B).
2. Reinig het ventilatierooster.
3. Trek het luchtplaatje (C) er
voorzichtig uit, controleer of er geen
dooiwater is achtergebleven.
C
B
A
4. Maak het onderste deel van het
apparaat schoon met een stofzuiger.
7.5 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt elke keer als de
compressormotor tijdens normale
werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd.
Het dooiwater loopt via een gootje in
een speciale opvangbak aan de
achterkant van het apparaat, boven de
compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater (F) onder de groentela
regelmatig schoon te maken, om te
voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen. Gebruik daarvoor de speciale
reiniger (P), die al in het afvoergaatje zit.
F
P
7.6 De vriezer ontdooien
LET OP!
Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om
de rijp van de verdamper te
krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen mechanische
of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die
door de fabrikant zijn
aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens
het ontdooien van de
ingevroren levensmiddelen,
kan de veilige bewaartijd
verkorten.
NEDERLANDS
11