NL
opgesteld. Het toestel moet altijd op een vlakke
ondergrond en in rechtopstaande positie worden
geplaatst. Voer voor elk gebruik van de pomp een
visuele controle uit. Dit geldt in het bijzonder voor het
netsnoer en de stekker. Controleer of alle schroeven
goed vast zitten en de aansluitingen in goede staat
zijn. Gebruik nooit een beschadigde pomp. In geval
van schade moet de pomp door een vakman worden
gecontroleerd.
Bij de eerste ingebruikname moet de pompbehuizing
(10) volledig zijn ontlucht. Het apparaat opstellen op
een stabiele, vlakke en horizontale standplaats. Het
vullen van de zuigleiding versnelt het aanzuigen. Vul
daarom de pompbehuizing (10) via de vulopening
(6) volledig met water. Controleer of er water door
lekkage verloren gaat. Sluit de vulopening weer
luchtdicht af.
Het is uiterst raadzaam daarnaast ook de
aanzuigleiding (1) te ontluchten - dus met water te
vullen.De elektrische pompen uit de serie INVENTIV
zijn zelfaanzuigend en kunnen daarom ook in gebruik
worden genomen, als alleen de pompbehuizing
met water is gevuld. In dit geval zal het echter
enige tijd duren voor de pomp de te verpompen
vloeistof heeft aangezogen en met de doorvoer
begint. Bovendien kan het bij deze methode nodig
zijn de pompbehuizing meermaals met vloeistof te
vullen. Dit hangt af van de lengte en diameter van
de aanzuigleiding. Open na het vullen eventueel
aanwezige afsluitapparaten in de drukleiding (9),
bijvoorbeeld een waterkraan, zodat tijdens het
aanzuigen de lucht kan ontwijken.
Steek
de
stekker
wisselstroomstopcontact.
pomp aan d.m.v. de aan-/uitschakelaar. Zodra de
vloeistof gelijkmatig en zonder luchtbellen wordt
doorgevoerd, is het systeem bedrijfsklaar. Gebruik
opnieuw de aan-/uitschakelaar om de pomp uit te
zetten. Eventueel aanwezige afsluitapparaten in de
drukleiding kunnen dan weer worden gesloten.
Als de pomp langere tijd buiten bedrijf is geweest,
moeten de beschreven stappen opnieuw worden
doorlopen voor het toestel weer in gebruik kan
worden genomen.
De elektrische pompen uit de serie INVENTIV
beschikken over een geïntegreerde thermische
motorbeveiliging.
motor vanzelf af en gaat na voldoende te zijn
afgekoeld weer vanzelf aan. Mogelijke oorzaken
en de daarbijbehorende oplossingen vindt u in het
hoofdstuk "Onderhoud en hulp bij storingen".
8. AUTOMATISERING D.M.V. SPECIALE
ACCESSOIRES
Dit model beschikt over de nodige druk om - indien
nodig - automatisering.
in
een
230-V
Zet
vervolgens
Bij
overbelasting
slaat
9. ONDERHOUD EN HULP BIJ STORINGEN
Trek
voor
onderhoudswerkzaamheden
stekker van de pomp uit het stopcontact.
Als de stroomtoevoer niet wordt onderbroken, kan
bijv. gevaar ontstaan door per ongeluk starten van
de pomp.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die is
veroorzaakt door onvakkundige reparaties
of pogingen daartoe. Schade die is
veroorzaakt door onvakkundige pogingen tot
reparatie
leidt
garantieaanspraken.
Door regelmatig onderhoud en zorgvuldige omgang
met het toestel loopt u minder gevaar op storingen
en zorgt u voor een langere levensduur van uw
toestel. Als de pomp gedurende lange tijd niet wordt
gebruikt, moet deze volledig worden geleegd door
de aftapschroef (7) voor water te openen. Spoel
daarna de pomp met schoon water om. Laat het
pomplichaam goed drogen om schade door corrosie
te voorkomen.
Bij vorst kan water dat in de pomp is achtergebleven
door bevriezing aanzienlijke schade veroorzaken.
Bewaar de pomp op een droge, vorstveilige plek. Ga
in geval van storing eerst na of er sprake is van een
bedieningsfout of een andere oorzaak die niet aan
een defect aan het toestel te wijten is - bijvoorbeeld
een stroomstoring.
In de volgende lijst vindt u een aantal voorkomende
gevallen van storing van het toestel, mogelijke
oorzaken en tips hoe u deze kunt oplossen.
de
Alle genoemde maatregelen mogen uitsluitend
worden uitgevoerd als de pomp niet met het
elektriciteitsnet is verbonden. Als u een storing
niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met
de klantenservice resp. uw winkelier. Ingrijpendere
reparaties mogen uitsluitend door een vakman
worden uitgevoerd. Wij wijzen er met klem op
dat in geval van schade die is veroorzaakt door
onvakkundige reparaties of pogingen daartoe alle
aanspraken op garantievergoeding vervallen en wij
niet aansprakelijk zijn voor de daaruit resulterende
schade.
de
het
verrichten
altijd
tot
het
vervallen
van
van
de
alle