4.7 Kopieerstuk monteren (speciale toebehoren)
Voor boorschema´s en ponsrijen
kan een kopieerstuk (speciale
toebehoren) worden gebruikt.
Sjablonen met Ø 25 mm van hout
of metaal kunnen voor het boren
van terugkerende boorschema's
gebruikt worden.
Plaats het kopieerstuk onderaan in de grondplaat en
zet deze met beide verzonken schroeven vast 12
(afb. 3).
4.8 Werken
met
toebehoren)
De parallelaanslag (speciale toebehoren) kan van alle
vier kanten aan de grondplaat worden gemonteerd en
met
de
ingesloten
vastgespannen.
De grondplaat heeft aan drie zijden afleeskanten
waarop de schaal die op de parallelaanslag is
gedrukt, kan worden afgelezen.
Aanvullend kan de parallelaanslaag door eenvoudig
omdraaien, ook als dubbele steun worden toegepast.
De parallelaanslag heeft tevens een zijaanslag die
aan beide kanten in het profiel kan worden geplaatst
en met de meegeleverde zeskantschroevendraaier
wordt aangespannen.
De opgeprinte schaal kan aan de eindkanten van het
profiel worden afgelezen.
5
Werking
5.1 Ingebruikname
Deze gebruiksaanwijzing moet iedere persoon die
met de bediening van de machine is belast, ter
kennisname worden doorgegeven, waarbij vooral
attent dient te worden gemaakt op het hoofdstuk
"Veiligheidsinstructies".
Waarborg dat het werktuig correct is bevestigd.
5.2 Handelwijze
Boormachine inschakelen.
Druk nu de ingeschakelde boormachine met matige
druk naar beneden, tot de draadpunt van de boor in
het hout heeft aangepakt. De verdere aanvoer
overneemt dan de boor zelf . Als de boring is
parallelaanslag
(speciale
vleugelschroeven
worden
geboord, trekt het ingebouwde trektouw de slede
terug. .
De terugzetkracht van het trektouw kan traploos
worden ingesteld (zie gedeelte 4.5).
5.3 Rechthoekige boringen
Stel de zuil eerste in op 0°-hoek (enkel BST 650 S en
BST 460 S)
(zie gedeelte 4.6)
Richt het boorstation in richting van de tekening van
de gewenste boring uit. De aangebrachte wijzers aan
de grondplaat resp. inlegplaat zijn hiervoor hulpzaam.
5.4 Schuine boringen (alleen BST 650 S en BST
460 S)
De zuil kan telkens naar links en
rechts 45° gezwenkt worden.
De zwenkas bevindt zich op de oppervlakte van het
werkstuk, zo dat de wijzers van de grondplaat ook in
gezwenkte toestand kunnen worden toegepast.
Handgreep 8 (afb. 2) door te draaien loszetten. .
Handgreep weer vastspannen.
5.5 Zakgaten
Spanhefboom 4 (afb. 1) loszetten. Diepteaanslag 5
overeenkomstig diepteschaal 6 instellen en de
spanhefboom opnieuw aanspannen.(Houd rekening
met de boorafstand boven het hout).
De rood gekenmerkte vlakken van de diepteaanslag
en de kleurig afgezette diepteschaal zijn hiervoor
hulpzaam.
6
Onderhoud en reparatie
Gevaar
Voor alle werkzaamheden aan het
apparaat moet de boormachine uit
het boorstation genomen worden.
Na een lange bedrijfsduur raadt
MAFELL aan om het apparaat door
een geautoriseerde MAFELL-
klantenservice te laten nakijken.
-40-