Afstelling
• Breng het nivelleringsplateau
tale positie door de stelschroeven te draaien
t
en de uitlijnlibel
Opmerking:
De waterbel van de uitlijnlibel
de beide markeringen bevinden.
• Plaats de laserwaterpas in de klemhouder
zet deze vast met de klemschroef
eventueel de uitlijning.
• Maak de borgschroef
i
nivelleringsplateau
pas 90° aan de hand van de hoekschaal van
y
360°
.
• Stel het horizontale vlak opnieuw in door de stel-
u
schroeven
te draaien en de uitlijnlibel
gebruiken. Eventueel is na het terugzwenken een
nauitlijning vereist.
Opmerking:
De waterbel van de libel
de beide markeringen bevinden.
• Na een geslaagde uitlijning bevindt de laser-
straal zich altijd op dezelfde hoogte wanneer de
laserwaterpas aan de hand van de hoekschaal
y
van 360°
wordt gedraaid.
• De hoogteverstelling vindt plaats door de
o
zwengel
op het statief te draaien.
i
in een horizon-
te gebruiken.
t
moet zich tussen
k
. Corrigeer
2!
los en draai het
samen met de laserwater-
t
w
moet zich ook tussen
Bediening
u
Voorzichtig!
Het apparaat bevat een laser van Klasse 2. Richt
de laser nooit op personen of dieren. Kijk nooit
rechtstreeks in de laser. De laser kan oogletsel ver-
oorzaken.
Normaal gebruik (afb. 1)
j
en
Deze meetmethode is geschikt voor het markeren
van meetpunten.
• Schakel de laser van de tevoren uitgelijnde la-
serwaterpas in door de aan/uit-knop
draaien.
• Markeer de verschillende meetpunten met de
puntlaser. Dankzij het 360° draaibare
te
nivelleringsplateau
markering mogelijk.
Optie voor hoek van 90° (afb. 2)
Deze meetmethode is geschikt voor het markeren
van loodrechte lijnen.
• Bevestig het laseropzetstuk voor 90°-ombuiging
;
in de laseroptiek
uitgelijnde laserwaterpas.
• De exact 90° omgebogen puntlaser produceert
een loodrecht referentieniveau ten opzichte van
de laserstraal.
Lijnprojectie (afb. 3)
Deze meetmethode is met name geschikt voor bijv.
het ophangen van schilderijen.
• Bevestig het laseropzetstuk voor lijnen
laseroptiek
waterpas.
• Op de wand wordt een lijn geprojecteerd waar-
mee tevoren vastgelegde puntmarkeringen kun-
nen worden verbonden.
Opmerking:
Door de bredere lichtverstrooiing verliest de laser-
straal aan helderheid.
- 10 -
i
is tegelijk een rondom-
r
van de tevoren
r
van de tevoren uitgelijnde laser-
te
2)
in de