Olli 100:
Voor het verbinden van de schroef van de omheiningsschakelaar open de rode schakelaarknoop en neem de
gestripte kabel tussen de schroef en zijn basis, haal de schroef aan om een goede elektroverbinding te verzekeren.
Installeer het aanaarden
Olli 300, 600, 950 and 1000
Voor het verbinden van omheining duw onderaan de rode knoop en leg de gestripte kabel in de schakelaar.
Verzeker de verbinding door de draad licht te trekken. Installeer de het aanaarden draad aan de zwarte schakelaar
in de zelfde manier en beveilig de verbinding.
In Olli 950 kunt u de controle van het terugkeer voltage met het groene schakelaar en het aanaarden testen door de
blauwe schakelaar op de zelfde manier verbinden.
Als u de verbindingsdraad niet rechtstreeks aan de energiser kunt installeren, raden wij u aan de aardekabel van
Olli om de omheining met het apparaat te verbinden te gebruiken. De aardekabel van Olli heeft een dikke isolatie
die de hoogspanning isoleert die de omheining energiser veroorzaakt. U kunt deze kabel gebruiken om de
omheiningsdraad door een muur te nemen en u kunt het ook onder grond installeren als dit noodzakelijk is.
Gebruik nooit laag voltage kabels of gewone installatiekabels, omdat deze geen volledige isolatie aankunnen tot een
voltage van 10.000 volts. Lekkages verminderen het effect van het apparaat en kunnen storingen veroorzaken aan
telefoons, TV beelden of radio.
5. Aanaarden
aanaarding heeft betrekking op de aanaarding van de omheining in gebruik. Wanneer een dier in aanraking komt
met de omheiningsgeleider en de aarde op hetzelfde moment, maakt dit het electromechanische circuit compleet en
ontstaat er een schok. Daarom is een goede aanaarding in belang van het functioneren van de omheining.
Aanaarding kan ontstaan door het gebruik van de grond als geleider of door het gebruik van een beaardingsdraad in
de omheining. Bij traditionele aanaarding krijgt het dier een schok wanneer deze tegelijkertijd in aanraking komt met
de grond en de omheining. Bij het tweedradig systeem krijgt het dier een schok wanneer deze tegelijkertijd in
aanraking komt met beide draden.
5.1 het traditionele aanaarden door de grond te gebruiken en elektroden aan te aarden:
De omheiningsleiders zijn de draden die op de geïsoleerde posten worden opgehangen en de aanaarden leider is
de grond. Sluit de het aanaarden terminal van de omheining energiser aan de grond via grondankers die in de grond
worden gedreven. De beste plaats voor het aanaarden van staven (elektroden) is een vochtige plaats dichtbij aan de
omheining. Elektrische omheiningsenergisers van high power Olli vereisen minstens drie grondankers. Twee
worden geadviseerd voor de kleinere modellen van Olli 100 en 300. De extra grondanker staven kunnen in droge
voorwaarden worden vereist of bij het bouw van lange omheiningen. De grondankers moeten aan de energiser met
een draad worden aangesloten die een minimumdiameter heeft van 1 mm. Bevestig de schakelaardraad stevig
aan de grondanker met schroeven. Voor het beste resultaat is aan te raden de bijgeleverde originele grondankers
en draden van Olli te gebruiken.
.
Gebruik nooit vaste structuren zoals pijpleidingen of gebouwen voor het aanaarden van een omheining energiser.
Het foutief aanaarden is de meest voorkomende oorzaak van het slechte functioneren van de omheining en de
storingen in radioapparaten of telefoons.
5.2 Twee draadig systeem
Dit systeem geeft het beste resultaat in situaties wanneer de grond weinig electriciteit geleid. Bijvoorbeeld in
situaties wanneer het erg droog is of als er sneeuw ligt op de grond.
Gebruik twee afrasteringsdraden die 10 cm vanelkaar af geplaatst zijn. De bovenste draad is de "net" draad, verbind
deze met de omheiningsapparaat. De onderste draad,is de "aanaarding" verbind deze met de aanaardings terminal
van het apparaat. Het dier krijgt een schok, wanneer deze de beide draden op het zelfde moment aanraakt.
Desondanks, is aan te raden om de aanaardingsdraad ook te verbinden met de grond via een grondanker om zo de
kans op storingen te verminderen en de functionaliteit van de omheinig te verzekeren.
6. Storing in electro mechanische apparaten
De frequentie die een omheiningsapparaat uitzend, is zo laag dat bij correcte installatie geen audio en visuele
storingen veroorzaakt bij radio apparaten. De hoofd reden voor storingen (typisch kletter geluid van een luidspreker)
is een foutief geimplementeerde aanaarding op de omheinig. Controleer en verhelp de aanaarding aan de hand van
hoofdstuk 4 in deze handleiding.
Een ander typische rede voor storingen is vonken. Een vonk verspreid een electromagnetische radiatie dat kan
klinken als ruis in een luidspreker of als een horizontale storing strepen in een TV beeld.