Montage - Jacob Jensen Optical Manuel D'utilisation

Let op: na tien minuten zal de rookmelder automatisch terugschakelen naar
zijn normale werking (100% gevoeligheid) .
Alarm en volume
Zodra er rook in de detector aanwezig is, wordt het alarm geactiveerd .
Het volume van het alarmsignaal is ongeveer 85 decibel .
Het alarmsignaal blijft geactiveerd zolang er rook in de detector aanwezig
is . Als er geen rook meer in de detector is, zal de rookmelder automatisch
terugschakelen naar "stand-by / normaal gebruik" .
Alarmsignalen
Akoestisch signaal
Eén korte pieptoon ongeveer elke minuut geeft aan dat de batterij bijna leeg
is en vervangen moet worden .
Twee korte pieptonen geven aan dat de rookmelder niet normaal functioneert
wegens achtergrondlicht of verstoringen van buitenaf van de rookkamer .
Drie korte pieptonen geven een technisch probleem aan .
Vier korte pieptonen geven aan dat de rookmelder vuil is en gereinigd moet
worden .
Een aanhoudende pieptoon geeft aan dat er rook wordt gesignaleerd .
Visueel signaal
Een lichtflits elke acht seconden geeft aan dat het apparaat normaal
functioneert .
Twee lichtflitsen elke acht seconden geven aan dat de gevoeligheid van het
apparaat is gereduceerd (pauzefunctie) .
Een voortdurend lichtsignaal geeft aan dat er rook wordt gesignaleerd .
Het alarm afzetten
Eén korte pieptoon ongeveer elke minuut:
Vervang de batterij . (Zie verder onder "Vervangen van de batterij") .
Twee korte pieptonen:
Verwijder het achtergrondlicht of andere verstoringen van buitenaf die de
normale werking van de rookmelder verhinderen .
Drie korte pieptonen:
De rookmelder moet getest worden .
Let op: het eigenhandig aanbrengen van veranderingen in het binnenwerk van
de rookmelder kan problemen in het functioneren veroorzaken en heeft tot
gevolg dat de garantie vervalt .
Vier korte pieptonen:
Maak de rookmelder schoon . (Zie verder onder "Onderhoud") .
Voortdurende signalen (zowel akoestisch als visueel):
Alarm in verband met aanwezigheid van rook/vuur .
(Het alarm blijft afgaan zolang er rook in de detector aanwezig is .
Het alarm kan afgezet worden door op de rode testknop te drukken) .

Montage

De rookmelder dient gemonteerd te worden met
het bijgesloten bevestigings-busje met behulp van één
enkele schroef (schroef en plug voor 5 mm boor
bijgesloten; gebruik een speciale plug voor
gepleisterde plafonds) .
Als het busje is vastgezet, wordt de rookmelder met
een klik bevestigd . Deze is nu stevig verankerd en kan
gedraaid worden rond het bevestigingspunt .
Vervangen van de batterij
Het busje maakt eenvoudige demontage mogelijk om de rookmelder te reinigen
of de batterij te vervangen . Als extra veiligheidsmaatregel is het niet mogelijk
de rookmelder zonder batterij te monteren . Voor de rookmelder is een 9 VDC
batterij, type 6LR61, vereist (deze batterij is al geplaatst in de batterijhouder) .
Attentie: de rookmelder zal gewoonlijk nog tenminste 10 dagen normaal
functioneren vanaf de eerste indicatie van een zwakke batterij .
Attentie: verwijder de plastic strip tussen de pool en het contact voor u de
rookmelder monteert .
Let op: om optimaal te functioneren, moet de rookmelder aan het plafond in het
midden van de ruimte worden geplaatst .
Test de rookmelder na montage en na elke batterij wissel . Druk op de rode knop
tot een harde, heldere toon hoorbaar is . Controleer of de rode knop elke 8
seconden knippert . Wanneer het alarm is uitgeschakeld, klinkt een snel pulserend
signaal (min . 85dB 3m) . Het alarm kan worden uitgezet door op de rode toets te
drukken .
Onderhoud
Als u de volgende richtlijnen hanteert, zult u gedurende vele jaren plezier
beleven aan het gebruik van de JACOB JENSEN
1 . Zorg dat de rookmelder altijd droog blijft . Mocht de rookmelder nat worden,
droog deze dan onmiddellijk af en verwijder de batterijen . Vloeistoffen
kunnen mineralen bevatten die de elektrische circuits aantasten .
2 . Gebruik en bewaar de rookmelder onder normale temperaturen . Extreme
temperaturen kunnen de levensduur van de elektronische onderdelen
verkorten, de batterij beschadigen en de kunststof onderdelen vervormen of
laten smelten .
3 . Hanteer de rookmelder zorgvuldig . Mocht het apparaat vallen, dan kan
de printplaat beschadigd worden waardoor de rookmelder niet meer
functioneert .
4 . Zorg dat de rookmelder niet stoffig of vuil wordt om voortijdige slijtage te
voorkomen .
Rookmelder:
TM
13