6.1.2. Ontvanger
Voor de ontvanger zijn twee 1,5 V batterijen van het type
AA (L6/LR6) benodigd.
Verwijder de deksel van het batterijvakje.
Plaats de beide batterijen. Let op de polariteit! De min-
pool moet tegen de veer liggen.
Plaats de deksel weer op het batterijvakje.
7. Ingebruikname
Voor een juiste werking moeten de zender en de ontvan-
ger op elkaar worden afgestemd resp. worden gesynchro-
niseerd.
Nadat de batterijen in de ontvanger zijn geplaatst klinkt
er gedurende een paar seconden een belmelodie en be-
gint de LED te branden.
Volg nu de onderstaande stappen om de zender met de
ontvanger te synchroniseren.
Druk op de belknop op de zender terwijl de LED-indi-
cator van de ontvanger brandt.
Er wordt een belmelodie weergegeven. De zender is
nu gesynchroniseerd met de ontvanger.
Wanneer de LED uitgaat voordat zender en ontvanger ge-
synchroniseerd zijn, moet de procedure worden herhaald.
7.1. Belmelodie en volume
U kunt op de ontvanger op elk moment de belmelodie en
het volume instellen.
Door herhaaldelijk indrukken van de beltoets kunt u
kiezen uit een van de 16 belmelodieën.
Stel met de volumeregelaar VOL het gewenste volu-
me in.
1 = laag; 2 = gemiddeld; 3 = hoog.
14 / 58