WR 4500 90 71 Instructions De Service page 15

Verbinding van de aandrijvingsbehuizing met de rail
Alternatieve montage van de aandrijving dwars op de rail.
4
BELANGRIJK
De microschakelaar (3) moet zich altijd aan het einde
van de rail bevinden. Daarom moet de microschakelaar
(3) bij dwarsmontage van de aandrijving altijd passend
verplaatst worden (zie afbeelding boven).
1
2
5
3
Bij alle werkzaamheden aan de microschake-
laar (3) bestaat levensgevaar door elektrische
schokken.
◆ Laat de microschakelaar (3) alleen door een
erkende elektricien verplaatsen.
◆ De microschakelaar (3) mag alleen in een span-
ningsloze toestand worden verplaatst.
◆ Trek voor het begin van de werkzaamheden altijd
de stekker uit en beveilig het systeem tegen
herinschakelen.
◆ Controleer het systeem op spanningsloosheid.
NL
15