9. Bedek de stoomuitlaat niet met vreemde voorwer-
pen tijdens de werking van de luchtbevochtiger.
10. Werp of steek geen vreemde voorwerpen in de
openingen van de luchtbevochtiger.
11. Haal de stekker van het snoer uit het stopcontact
om het apparaat te vullen of te reinigen.
12. Gebruik het apparaat uitsluitend waarvoor het bes-
temd is.
13. Gebruik het apparaat niet buiten.
14. Plaats de luchtbevochtiger op een stevige, vlakke
en horizontale ondergrond. We raden het aan een wa-
terbestendig matje onder de luchtbevochtiger te ge-
bruiken. Plaats de luchtbevochtiger nooit op een kleed,
vloerbedekking of een zachte vloer om te voorkomen
dat het water of de stoom de vloer beschadigt.
15. De stoomuitlaat mag niet direct naar de wand ge-
richt zijn. De stoom en het vocht kunnen het behang
beschadigen.
16. Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact als het niet gebruikt wordt.
17. Til de luchtbevochtiger niet op, verplaats het niet of
leeg het reservoir niet tijdens de werking. Haal de stek-
ker uit het stopcontact alvorens het reservoir of het
apparaat te verplaatsen.
18. De luchtbevochtiger moet dagelijks en wekelijks on-
derhouden worden volgens de aanwijzingen in 'REIN-
GING EN ONDERHOUD'.
19. Gebruik geen reinigingsmiddelen, benzine, glasreini-
gers, glansmiddelen, verfverdunners of oplosmiddelen