8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen zo veel mo-
gelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het apparaat
met een schone doek af of blaas het met per-
slucht bij lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het apparaat direct na
elk gebruik schoon te maken.
•
Maak het apparaat regelmatig met een
vochtige doek en wat zachte zeep schoon.
Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen;
die zouden de kunststofcomponenten van het
apparaat kunnen aantasten. Zorg ervoor dat
geen water binnen in het apparaat terecht-
komt.
•
Slang en spuitgereedschap moeten vóór de
schoonmaakbeurt van de compressor wor-
den gescheiden. De compressor mag niet
met water, oplosmiddelen of iets dergelijks
schoon worden gemaakt.
8.2 Condenswater (fi g. 1)
Aanwijzing! Voor een duurzame bestendigheid
van het drukvat (2) dient het condensatiewater
na elk gebruik te worden afgelaten door de
aftapschroef (11) open te draaien.
Controleer het drukvat voor elk gebruik op roest
en beschadigingen. De compressor mag niet met
een defect of roestig drukvat in werking worden
gesteld. Indien u beschadigingen vaststelt, gelie-
ve zich tot de klantenserviceplaats te wenden.
Aanwijzing!
Het condenswater uit het drukvat bevat olie-
resten. Ontdoet u zich van het condenswater
op een milieuvriendelijke manier en depo-
neer het op een overeenkomstige inzamel-
plaats.
8.3 Veiligheidsklep (10)
De veiligheidsklep is afgesteld op de maximaal
toegestane druk van het drukvat. Het is niet to-
elaatbaar de veiligheidsklep te verstellen of de
verzegeling ervan te verwijderen.
8.4 Oliepeil regelmatig controleren
Plaats de compressor op een eff en horizontaal
oppervlak. Het oliepeil moet zich tussen MAX en
MIN van de kijkglas (fi g. 11) bevinden.
Verversen van de olie: aanbevolen soort olie: SAE
15W/40 of een gelijkwaardige soort.
De olie van de eerste vulling moet na 100 bedri-
jfsuren worden ververst. Vervolgens moet de olie
om de 500 bedrijfsuren afgelaten en nieuwe olie
bijgevuld worden.
Anl_TE_AC_430_90_10_SPK2.indb 41
Anl_TE_AC_430_90_10_SPK2.indb 41
NL
8.5 Olie verversen
Schakel de motor uit en verwijder de netstekker
uit het stopcontact. Nadat u de eventueel voor-
handen zijnde luchtdruk hebt afgelaten kan u
de olieaftapplug (15) op de compressiepomp
uitdraaien. Om te voorkomen dat olie ongecontro-
leerd uitloopt plaats u best een kleine blikken goot
eronder en verzamelt u de olie in een bak. Indien
al de olie niet helemaal uitloopt is het aan te beve-
len de compressor lichtjes schuin te zetten.
De afgewerkte olie biedt u aan op een overe-
enkomstige inzamelplaats voor afgewerkte
olie.
Is al de olie uitgelopen draait u de olieafl aatplug
(15) er terug in. Giet verse olie het olievulgat (17)
in tot de olie het vereiste peil heeft bereikt. Daarna
zet u de oliesluitdop (14) er terug in.
8.6 Schoonmaken van het aanzuigfi lter (1)
Het aanzuigfi lter voorkomt het binnenzuigen van
stof en vuil. Dit fi lter moet minstens om de 300
bedrijfsuren worden gereinigd.
Een verstopt geraakt aanzuigfi lter vermindert
aanzienlijk het vermogen van de compressor.
Open de schroef aan het luchtfi lter, zodat de
helften van het huis van het luchtfi lter geopend
kunnen worden. Blaas alle delen van het fi lter bij
lage druk (ca. 3 bar) uit met perslucht en monteer
het fi lter dan in omgekeerde volgorde. Zorg bij de
reiniging voor voldoende bescherming tegen stof
(bijv. geschikt mondmasker).
8.7 Bijspannen van v-snaar (fi g. 12-15)
•
Netstekker uit het stopcontact verwijderen
en beschermende afdekking van de v-snaar
demonteren.
•
De vier bevestigingsschroeven van de motor
(A) losdraaien.
•
Motor verschuiven tot de v-snaar zodanig is
gespannen dat hij op de langste vrije plaats
nog ca. 1 à 2 cm kan worden ingedrukt.
•
Bevestigingsschroeven van de motor (A)
terug aanhalen en afdekking van de V-snaar
hermonteren.
8.8 Opbergen
Waarschuwing!
Trek de netstekker uit het stopcontact, ontlucht
het apparaat en alle aangesloten pneumatische
gereedschappen. Berg de compressor op zodat
hij niet door onbevoegden in werking kan worden
gesteld.
- 41 -
21.10.2020 14:30:47
21.10.2020 14:30:47