3. Bestemming van het toestel
4. Beperkingen betreffende het gebruik
5. Technische gegevens
6. Voorbereiding tot de werkzaamheden
7. Inschakelen van het toestel
8. Gebruik van het toestel
9. Actuele onderhoudsactiviteiten
10. Vervangstukken en accessoires
11. Zelf problemen oplossen
12. Completatie van het toestel
13. Garantiekaart
De conformiteitsverklaring werd aan de gebruiksaanwijzing als een apart
dokument toegevoegd. In geval dat er geen conformiteitsverklaring aanwezig is,
neem contact op met Dedra Exim Sp. z o.o.
WAARSCHUWING Alle waarschuwingen aangeduid met
symbool
en
alle instructies lezen. Niet-naleving van de
hieronder
vermelde waarschuwingen en instructies
betreffende veiligheidsvoorschriften kan elektrocutie, brand of
ernstige letsels veroorzaken.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies voor toekomstig
gebruik.
2. Beschrijving van het toestel
Fig. B: 1. Schakelaar, 2. Knop, 3. Temperatuurindicator, 4. Schakelaar
3. Bestemming van het toestel
Oliegestookte kachel is uitsluitend bestemd voor gebruik in ruimtes met een
efficiënt werkende ventilatie. Het wordt gebruikt voor verwarming van niet voor
woning bestemde lokalen, werkplaatsen, garages etc. Het apparaat is bedoeld
als een aanvullende warmtebron en kan nooit worden gebruikt als een
hoofdwarmtebron. De kachel is uitsluitend bestemd voor gebruik in ruimtes met
een efficiënt werkende ventilatie.
4. Beperkingen betreffende het gebruik
De kachel mag uitsluitend worden gebruikt in overeenstemming met het
hieronder omschreven: "Toegelaten werkomstandigheden." Het apparaat is
bedoeld voor gebruik in de ruimtes uitgerust met een efficiënt werkend
ventilatiesysteem, geschikt voor het verwijderen van uitlaatgassen. Het
apparaat is uitsluitend bestemd voor niet-professioneel gebruik. Onbevoegde
aanpassingen in de mechanische en elektrische constructie, aanpassingen,
onderhoud die niet in de Gebruiksaanwijzing wordt omschreven, worden
beschouwd als onbevoegd en leiden tot onmiddellijk verlies van de
Garantierechten. Het gebruik van de apparaten niet in overeenstemming met de
Gebruiksaanwijzing veroorzaakt onmiddellijk verlies van de Garantierechten.
Wanneer mechanische schade en in het bijzonder vervorming van de behuizing,
lekkage van brandstoftank (lekken van brandstof) worden geconstateerd, mag
het apparaat niet meer worden gebruikt. Het is niet toegestaan de kachel te
gebruiken wanneer onregelmatigheden in het bedrijf worden geconstateerd. Het
apparaat moet in dat geval worden buiten gebruik gesteld en voor reparatie naar
DEDRA-EXIM Sp. z o.o. worden geleverd.
TOELAATBARE WERKOMSTANDIGEHDEN
Het toestel mag enkel gebruikt worden in goed verluchte ruimtes ver
van licht ontvlambare materialen. Niet gebruiken in woningen. Niet
gebruiken in kelders en in ruimtes onder het niveau van de begane
grond. Laat een ingeschakeld toestel zonder toezicht niet achter.
5. Technische gegevens
Model
Stroomvoorziening [V]
Vermogen frequentie [Hz]
Motorvermogen [W]
Verwarmingsvermogen [Kw]
Type brandstof
Inhoud van de brandstoftank [l]
Brandstofverbruik [kg/h]
Luchtdoorstroom [m
3
/h]
Gewicht
(zonder
brandstof)
[kg]
Mate van bescherming tegen
directe toegang
* Het in de gebruiksaanwijzing opgegeven brandstofverbruik is een
benaderende waarde en is strikt afhankelijk van de brandstofkwaliteit en
werkomstandigheden van de kachel.
6. Voorbereiding tot de werkzaamheden
Montage
Zodra het verwarmingstoestel uit de verpakking is genomen, controleer of de
verschillende elementen van het toestel niet beschadigd zijn. Niet inschakelen
in geval schade wordt vastgesteld. Monteren overeenkomstig met de hieronder
vermelde beschrijving (Tek.F).
As de wielen (6) door de gaten in het frame (1). Plaats de wielen aan de
uiteinden van de as (met de verzonken zijde naar buiten gericht) en maak vast
met een ring (7) en een moer (8). De bovenste houder (4) en het onderste frame
met wielen zijn bevestigd aan de brandstoftank (3) die het verwarmingslichaam
28
DED9955TK
DED9956TK
~ 230
~ 230
50
50
230
230
30
50
Diesel
of
Diesel of lichte
lichte
stookolie
stookolie
56
69
2,4
4
780
2000
34,4
59
IPX4
IPX4
vormt, met behulp van de brandstoftank (3) die aan het apparaat zijn bevestigd
(langere bouten bevestigen de bovenste houder en het frame tegelijkertijd).
Bevestig de kabelhouders (9) met 4 schroeven, ringen en moeren aan de
transporthouder (4).
Na montage breng op het toestel meegeleverde labels overeenkomstig met het
land van bestemming aan.
De uitlaatpijp aansluiten
(de afvoerleiding is niet inbegrepen in de set).
De verwarmers hebben de mogelijkheid om een pijp (pijp) aan te sluiten voor
directe rookgasafvoer. De pijp met een diameter van 120 mm met de juiste
technische en thermische parameters moet op de schoorsteen worden
geplaatst (Fig. E, 12). Voor de verwarmer met geïnstalleerde uitlaatgasafvoer
worden de juiste afstanden en lengten van de pijpen getoond in Fig. E.
Vullen van de brandstoftank.
Als
brandstof
mag
enkel
dieselolie
omstandigheden mogen vluchtige brandstoffen, zoals benzine of verdunners,
worden gebruikt. Het is ook verboden om verontreinigde brandstof of overwerkte
motorolie te gebruiken. In geval van contact van brandstof met de huid, reinig
de vuile plaatsen onmiddellijk met water en zeep en spoel vervolgens met water.
- Alvorens de brandstoftank te vullen, controleer of het toestel van de voeding
is ontkoppeld.
- Observeer de brandstoftank op eventuele lekkage tijdens het vullen. In geval
lekkage wordt vastgesteld is het verboden om het toestel te gebruiken. Laat het
toestel herstellen door een bevoegde technische dienst.
- De vulopening voor brandstof bevindt zich achteraan het verwarmingstoestel
(Tek. D,1). Tijdens het vullen van de tank met brandstof observeer de
brandstofmeter (Tek. D,2).
- Binnen het gebouw mogen geen grote hoeveelheden brandstof te worden
opgeslagen, niet meer dan voor 1 volledige opvuling.
- De brandstoftanks moeten zich ten minste op 8 meter afstand van de
verwarmingstoestel bevinden, met uitzondering van de integrale tank als
onderdeel van het verwarmingstoestel.
- De opslagplaats voor brandstof dient te worden beheerd overeenkomstig met
de geldende voorschriften betreffende brandbeveiliging en arbeidsveiligheid.
Eventueel gemorste brandstof dient door middel van een droge vod of een
aanbevolen reiniger te worden gereinigd. In geval lekkage wordt veastgesteld,
veroorzaakt bijvoorbeeld door lekken in de tank of in de draden dan is het
verboden om de tank te gebruiken. In dit geval neem onmiddellijk contact op
met de bevoegde technische dienst.
7. Aansluiting aan het netwerk
Alvorens het toestel aan de voeding aan te sluiten, controleer of de
voeginsspanning overeenkomstig is met de waarde op het gegevensplaatje.
De installatie van stroomvoorziening dient overeenkomstig met de algemene
vereisten betreffende elektrische installaties te worden uitgevoerd en dient aan
de richtlijnen van de veiligheidsvoorschriften te voldoen. De parameters van de
minimale doorsnede van het netsnoer en de nominale waarde van de zekering
afhankelijk van het vermogen van het toestel worden in de tabel hieronder
weergegeven:
Het vermogen van
De minimale
het toestel
leidingdiameter
[W]
<700
De installatie dient door een bevoegde elektricien te worden uitgevoerd. In geval
dat er gebruik wordt gemaakt van verlengsnoeren, zorg ervoor dat de
aderdoorsnede niet kleiner is dan de vereiste (zie tabel). Plaats de elektrische
kabel zodanig dat hij tijdens de werking van het toestel niet doorgesneden wordt.
Het is verboden om beschadigde verlengsnoeren te gebruiken. Voer periodieke
controles van de technische staat van het voedingssnoer uit. Aan het
voedingssnoer niet trekken. Sluit het toestel aan een geaard stopcontact
beveiligd met aardlekschakelaar. Indien de voedingskabel beschadigd is,
wegens veligheidsoverwegingen moet hij door een geauthoriseerde technische
dienst worden vervangen. Vervanging van de stekker of de voedingskabel moet
altijd door de geauthoriseerde technische dienst worden uitgevoerd.
8. Inschakelen van het toestel
Alvorens het toestel in te schakelen dienen de
handelingen beschreven in deel „Voorbereiding tot de
werkzaamheden" alleszins te worden uitgevoerd".
Giet de brandstof in de tank, sluit de tankdop. Als er brandstof wordt gemorst,
moet u het gemorste gebied grondig met een droge doek afvegen. Gemorste
brandstof mag nooit op of in de buurt van de kachel blijven, omdat dit het risico
van brand veroorzaakt.
Deze activiteiten moeten worden uitgevoerd met het netsnoer losgekoppeld van
het lichtnet.
Plaats het verhittingsstation zo op een horizontaal oppervlak dat de stroom
warme lucht niet rechtstreeks op brandbare materialen of mensen wordt gericht.
Er moet vooral aandacht worden besteed aan gordijnen, gordijnen of andere
materialen die kunnen ontbranden bij blootstelling aan hete lucht en moeten
worden bewaard in overeenstemming met figuur A. De minimale afstanden tot
andere voorwerpen tijdens het gebruik zijn: minimaal 3 m vanaf de voorkant van
de heteluchtuitlaat, minimaal 2 m vanuit de luchtinlaatopening, minimaal 2 m
van het plafond van de kamer (fig. A). Schakel de kachel in op het lichtnet.
Om het apparaat in te schakelen, zet u de schakelaar op het bedieningspaneel
(Fig. B, 2) in positie "I". Het feit dat het apparaat is ingeschakeld, wordt
aangetoond door een rode schakelaar en bedieningsdisplays op het
bedieningspaneel (fig. B, 3 en 4).
De kachel is uitgerust met een automatisch temperatuurregelsysteem. De
ventilator en brander starten alleen als de omgevingstemperatuur daalt onder
de waarde die door de gebruiker is ingesteld. Beide waarden worden
aangegeven door de displays op het bedieningspaneel:
worden
gebruikt.
Onder
De minimale waarde
van de zekerheid type
[mm2]
C [A]
0,75
6
geen