8
SAMPLER
Sampler afspelen
Selecteer de bron van de sampler
• Draai de ASSIGN-schakelaar y in het
1
SAMPLER-gedeelte om de gewenste bron te
selecteren.
Sampler-opname
Wanneer de A-toets i wordt ingedrukt, wordt
max. 8 seconden geluid van de geselecteerde
bron opgenomen in het sampler-geheugen.
2
• De A-toets i knippert zodra het opnemen
gestart is.
• Wanneer het opnemen voltooid is, wordt de
B-toets o verlicht.
B-punt instellen/ Opname stoppen
Door het indrukken van de B-toets o tijdens de
opname, wordt punt B ingesteld.
• Na het ingestelde B-punt wordt ongeveer 8
3
seconden zonder onderbreking opgenomen.
• Als u het B-punt hebt ingesteld, wordt het
eindpunt van de opname automatisch als B-
punt ingesteld.
Sampler-geluidsniveau instellen
Het geluidsniveau (volume) voor de sampler
kan worden ingesteld.
• Draai
voor
het
selecteren
van
4
geluidsniveau "S_Level" aan de MODE-knop
u en druk deze in.
• Draai aan de MODE-knop u en selecteer
tussen "–14 dB" en "+6 dB".
Selecteer afspeelmodus sampler
U kunt de afspeelmodus voor de sampler
selecteren wanneer het afspelen gestopt is.
Loop (standaard):
De Sampler-weergave wordt verdergezet
met looping.
Single:
De Sampler-weergave wordt op het B-
punt stopgezet.
Stutter:
De sampler wordt afgespeeld door de A-
toets i ingedrukt te houden.
Loop + Reverse:
Sampler omgekeerd afspelen gaat door
met lussen.
Single + Reverse:
Omgekeerde sampler stopt op punt A.
Stutter + Reverse:
De
omgekeerde
sampler
afgespeeld door de A-toets i ingedrukt
5
te houden.
Exit B:
De Sampler-weergave gaat verder over
het B-punt tot aan de opnameduur.
Draai
voor
het
selecteren
Loop/Reverse-modus aan de MODE-knop u
en druk deze in na het opnemen en voor het
afspelen.
het
q Afspeelmodus (Play):
• Draai voor het selecteren van de
afspeelmodus "P_Mode" aan de MODE-
knop u en druk deze in.
• Draai aan de MODE-knop u en selecteer
"Loop", "Exit B", "Single" of "Stutter".
w Afspeelrichting:
• Draai voor het selecteren van de
afspeelmodus "DirMode" aan de MODE-
knop u en druk deze in.
• Draai aan de MODE-knop u en selecteer
"Forward" of "Reverse".
Sampler-geluid weergeven
• Afspelen van het sampler-geluid start
wanneer de A-toets i
wordt ingedrukt
nadat een opname is voltooid.
• Druk op de MODE-knop u om het Sampler-
6
geluid te stoppen.
• Door het instellen van de CROSSFADER
ASSIGN-schakelaar !0 in het SAMPLER-
gedeelte op A of B, kunt u het starten van de
sampler fader via de crossfader !8 laten
lopen. Zie pagina 55.
NEDERLANDS
Sampler B-punt verplaatsen
• Wanneer u tijdens de sampler-weergave op
de B-toets o drukt, wordt het B-punt
7
verplaatst naar het punt waarop u op de toets
hebt gedrukt, en begint de loop-weergave
vanaf punt A.
Instellen van de samplersnelheid (pitch)
De geluidssnelheid van de sampler kan worden
ingesteld.
• Draai
voor
het
selecteren
8
afspeelmodus "S_Pitch" aan de MODE-knop
u en druk deze in.
• Draai aan de MODE-knop u en selecteer
tussen "–100 %" en "+100 %".
Sampler-data wissen
9
• Druk op de A-toets i terwijl de MODE-knop
wordt
u wordt ingedrukt om de sampler te wissen.
De sampler-gegevens controleren
(SAMPLER CUE)
• Door indrukken van de SAMPLER CUE-toets
!6 kunt u de sampler-gegevens controleren.
van
de
10
OPMERKING:
Wanneer de SAMPLER CUE-toets verlicht is,
wordt het geluid van de sampler niet naar de
crossfader of MASTER OUT gevoerd.
Sampler A/B Trim
A-B trim-modus selecteren
• Draai
voor
het
selecteren
1
afspeelmodus "A/BTrim" aan de MODE-knop
u en druk deze in.
Kies A-punt (A-B Trim)
• Druk op de A-toets i.
2
• De A-toets i knippert en de loop-weergave
begint.
Trim A-punt
3
• Draai aan de MODE-knop u. U kunt punt A
verplaatsen.
van
de
Sla het A-punt op
4
• Druk op de MODE-knop u om het nieuwe
punt A op te slaan.
Kies B-punt (A-B Trim)
• Selecteer de A-B Trim-modus en druk op de
5
B-toets o.
• De B-toets o gaat knipperen.
Trim B-punt
6
• Draai aan de MODE-knop u. U kunt punt B
verplaatsen.
Sla het B-punt op
7
• Druk op de MODE-knop u om het nieuwe
punt B op te slaan.
PFL (Pre Fader Level –
9
Voorfaderniveau)
1. Druk op de SPLIT CUE-toets @4 .
2. Druk op de CUE-toets !6 die u wilt controleren 1~ 4
(de bron moet worden weergegeven).
3. Draai aan de GAIN-regelaar #5 totdat de meters
pieken op het 0 dB-niveau.
4. Maak uw mix met de crossfader !8 of kanaal-fader
!9 .
OPMERKINGEN:
• Voor een goede werking moeten de kanaalniveaus
altijd op referentielijn 8 staan.
• U kunt dit instellen zelfs als de kanaal-fader op nul
staat.
van
de
57