►►1. INFORMATIE BETREFFEN-
DE DE VEILIGHEID
BELANGRIJK: DEZE WERK-
HANDLEIDING EERST LEZEN EN
BEGRIJPEN VOORALEER DE AS-
SEMBLAGE, DE INWERKINGSTEL-
LING OF HET ONDERHOUD VAN
nl
DIT APPARAAT UIT TE VOEREN.
VERKEERD GEBRUIK VAN HET
APPARAAT KAN ERNSTIG LET-
SEL VEROORZAKEN. BEWAAR
DEZE HANDLEIDING VOOR RAAD-
PLEGING IN DE TOEKOMST.
BELANGRIJK: Dit toestel is niet
geschikt om gebruikt te worden
door personen (kinderen inbegre-
pen) met beperkte fysische, zintu-
iglijke en mentale capaciteiten, of
zonder ervaring, tenminste als ze
niet onder toezicht staan van een
persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid. Zorg dat kin-
deren onder toezicht staan zodat
ze niet met het apparaat spelen.
►1.1. Vul de tank van het apparaat al-
leen met schoon water.
►1.2. Voordat het bijvullen plaatsvindt,
moet het apparaat uitgeschakeld en
de voeding afgekoppeld worden.
►1.3. Na de tank bijgevuld te hebben,
mag het apparaat niet verplaatst wor-
den.
►1.4. Tijdens het gebruik van het ap-
paraat dient u zich te houden aan alle
plaatselijke verordeningen en aan de
geldende normen.
►1.5. Om u tegen elektrische schok-
ken te beschermen, dient u het appa-
raat droog te houden. Werk niet met
natte handen.
►1.6. Gebruik het alleen in goed ge-
ventileerde en perfect droge ruimtes.
►1.7. Gebruik het alleen in overdekte
structuren.
►1.8. Voorzie het apparaat alleen van
de spanning en de frequentie die op
Figures and texts of this book are protected by COPYRIGHT.
het gegevensplaatje staan.
►1.9. Gebruik uitsluitend verlengsnoe-
ren met drie draden die op correcte
wijze op massa zijn aangesloten.
►1.10. Dek het apparaat niet af met pa-
pier, karton, plastic, metalen bladen
of met ieder ander ontvlambaar ma-
teriaal, tijdens het gebruik, om ieder
risico te voorkomen.
►1.11. Het apparaat mag alleen ge-
bruikt worden op een stabiel en geni-
velleerd oppervlak zodat ieder risico
vermeden wordt.
►1.12. Haal de stekker van het appa-
raat uit het stopcontact wanneer u
het niet gebruikt.
►1.13. De luchtinlaat (achterkant) of de
luchtuitlaat (voorkant) van het appa-
raat nooit blokkeren.
►1.14. De minimum veiligheidsafstand,
die aanbevolen wordt, tussen het ap-
paraat en muren of andere voorwer-
pen, is 0,5 m.
►1.15. Wanneer het apparaat op het
elektrische net aangesloten is, of in
werking is, mag het nooit worden ver-
plaatst, gehanteerd, bijgetankt of aan
onderhoudsingrepen
worden.
►1.16. Handhaaf een passende veilig-
heidsafstand van het apparaat (met
inbegrip van het netsnoer) ten op-
zichte van warmtebronnen.
►1.17. Laat het apparaat hoe dan ook
alleen door de geautoriseerde techni-
sche dienst openen en/of repareren.
►1.18. Als de voedingskabel bescha-
digd blijkt, moet die door de techni-
sche dienst worden vervangen om
alle risico's te vermijden.
►1.19. Was de container met schoon
water en reinig deze vóór het gebruik,
na de periode waarin de bio cooler
niet gebruikt werd.
►1.20. In geval van onjuiste werking
van het product op het moment van
inschakeling, moet het onmiddellijk
afgesloten worden van de voeding
en moet contact worden opgenomen
met de technische dienst van de dis-
tributeur.
onderworpen