4. Draai de T-knop vast.(Fig. 22 )
Mulchplug monteren
Een mulchkit is verkrijgbaar als optionele accessoire.
Inleiding
WAARSCHUWING: Voordat u het product
gaat gebruiken, dient u het hoofdstuk over
veiligheid te lezen en hebben begrepen.
Voordat u het product gaat bedienen
1. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door en
zorg dat u de instructies hebt begrepen.
2. Controleer de snijuitrusting om te zien of deze
correct is gemonteerd en afgesteld. Zie
monteren op pagina 150 .
3. Vul de brandstoftank. Zie
pagina 150 .
4. Vul de olietank en controleer het oliepeil. Zie
Motorolie verversen op pagina 152 .
Brandstof bijvullen
Gebruik emissiearme of alkylaatbenzine, indien
beschikbaar. Als er geen emissiearme of
alkylaatbenzine beschikbaar is, gebruik dan een
loodvrije benzine van goede kwaliteit, of loodhoudende
benzine. Gebruik een benzine met een octaangetal van
minimaal 90 (87 AKI) en met maximaal 10% ethanol
(E10).
OPGELET: Gebruik geen benzine met een
octaangetal lager dan 90 RON (87 AKI). Dit
kan schade aan het product veroorzaken.
1. Draai de brandstoftankdop langzaam los om de druk
te laten ontsnappen.
2. Vul langzaam met een benzinejerrycan. Als u
brandstof morst, verwijder deze dan met een doek
en laat de resterende brandstof opdrogen.
3. Maak het gebied rondom de brandstoftankdop goed
schoon.
4. Draai de tankdop volledig aan. Als de tankdop niet
volledig is aangedraaid, bestaat een risico op brand.
5. Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
Maaihoogte afstellen
Let op: Stel dezelfde hoogte in bij alle 4
maaihoogtehendels.
(Fig. 24 )
150
Bediening
Mulchplug
Brandstof bijvullen op
1. Til de uitwerpdeflector (A) op.(Fig. 23 )
2. Bevestig de mulchplug (B) aan de haak (C).
1. Beweeg de maaihoogtehendel richting het wiel.
2. Breng de maaihoogtehendel naar achteren om de
maaihoogte te vergroten.
3. Breng de maaihoogtehendel naar voren om de
maaihoogte te verkleinen.
OPGELET: Stel de maaihoogte niet te laag
in. Als het oppervlak van het gazon niet
waterpas is, kunnen de messen de grond
raken.
Product starten
1. Controleer of de ontstekingskabel is verbonden met
de bougie.
2. Druk het balgje voor extra brandstoftoevoer 5 keer in
wanneer u het product voor de allereerste keer start.
Druk het balgje voor extra brandstoftoevoer 3 keer in
wanneer u het product een volgende keer start met
een koude motor.
3. Blijf achter het product.
4. Houd de motorremhendel tegen de handgreep.
5. Houd het startkoord in uw rechterhand.
6. Trek het startkoord langzaam naar buiten totdat u
enige weerstand voelt.
7. Krachtig trekken om de motor te starten.(Fig. 25 )
WAARSCHUWING: Wikkel het startkoord
niet rond uw hand.
Product stoppen
•
Als u de motor wilt stoppen, laat u de
motorremhendel los.
Een goed resultaat verkrijgen
•
Gebruik altijd een scherp mes. Een bot mes geeft
een onregelmatig resultaat en het snijvlak van het
gras wordt geel. Een scherp mes verbruikt ook
minder energie dan een bot mes.
•
Maai nooit meer dan 1/3e van de lengte van het gras
af. Maai eerst met een hoog ingestelde maaihoogte.
Controleer het resultaat en verlaag de snijhoogte tot
een geschikt niveau. Als het gras echt lang is, rijd
dan langzaam en maai zo nodig 2 keer.
•
Maai elke keer in een andere richting, om het
ontstaan van strepen in het gazon te voorkomen.
384 - 001 - 17.10.2017