Voor uw bescherming
• Lees de gebruiksaanwijzing helemaal door
vóór de inbedrijfstelling, en neem de veilig-
heidsvoorschriften in acht.
• Bewaar de gebruiksaanwijzing op een plaats
die voor iedereen toegankelijk is.
• Let erop dat alleen geschoold personeel met
het apparaat werkt.
• Neem de veiligheidsvoorschriften, richtlijnen,
GEVAAR!
en voorschriften inzake de veiligheid op de ar-
beidsplek en inzake ongevallenpreventie in acht.
• Draag de persoonlijke beschermingen die nodig
zijn volgens de gevarenklasse van het medium
dat verwerkt wordt. Verder bestaat er gevaar
door:
-
sproeien en verdampen van vloeistoffen,
- vastraken van lichaamsdelen, haar, kle-
dingstukken en sieraden.
• Stel het statief vrij op, op een vlakke, stabiele,
schone, glijvaste, droge en vuurvaste onder-
grond.
• Controleer telkens voor het gebruik of het ap-
paraat en de accessoires niet beschadigd zijn.
Gebruik geen beschadigde onderdelen.
• Het apparaat is niet bedoeld voor handbedie-
ning.
• Zet het roervat goed vast. Let op een goede
stabiliteit.
• Zet het roervat zo vast dat het niet kan ver-
draaien.
• Controleer of de schroef van de draaiknop goed
vastzit en haal hem eventueel aan.
• Glazen vaten dienen met een spanhouder te-
gen meedraaien geborgd te worden. Bij het
werken in slijpconstructies dienen elastische
tussenelementen gebruikt te worden om glas-
breuk tegen te gaan.
• Neem de Gebruiksaanwijzingen van het disper-
geerwerktuig en de toebehoren in acht.
• Er mogen uitsluitend door IKA
dispergeerwerktuigen gebruikt worden!
• Let op het maximaal toegestane toerental van
het gebruikte dispergeerwerktuig. Stel in geen
geval hogere toerentallen in.
• Het apparaat laten draaien zonder dispergeer-
dertool is niet toegestaan.
• Gebruik het dispergeerwerktuig uitsluitend in
het roervat.
• Dispergeerwerktuigen nooit droog laten wer-
ken, omdat zonder koeling van de werktuigen
door het medium de afdichting en de lagering
kapot gaan.
Veiligheidsaanwijzingen
• Let op gevaar voor verbranding! Een disper-
geerwerktuig, dat niet tot aan de markering in
de aandrijfflens wordt gestoken, kan tijdens
het bedrijf zeer warm worden en hierdoor de-
fect raken.
• Stel voor de ingebruikname van het apparaat
het laagste toerental in, aangezien het apparaat
met het als laatste ingestelde toerental begint
te draaien. Verhoog het toerental langzaam.
• Verlaag het toerental als het medium door een
te hoog toerental uit de houder spat.
• Dompel de dispergeeras voor de inschakeling
minstens 45 mm diep in het medium, om spat-
ten te voorkomen.
• De afstand van het dispergeergereedschap tot
de bodem van het vat mag niet minder 10 mm
bedragen (fig. 1).
• Let erop dat het statief niet begint te lopen.
• Als u onbalans vaststelt, schakelt u het apparaat
onmiddellijk uit. Doe dit ook als u ongewoon
lawaai hoort om ongewenste trillingen van
het hele apparaat en de tool te voorkomen.
Vervang de tool als u onbalans of ongewoon
lawaai vaststelt. Als u na het vervangen geen
verbetering vaststelt, mag u het apparaat niet
meer gebruiken. In dit geval stuurt u het ap-
paraat naar de fabrikant of de verkoper om het
te laten repareren, samen met een uitvoerige
beschrijving van het defect.
• Raak de draaiende delen niet aan als het apparaat is
ingeschakeld.
• Let op gevaar voor verbranding! Tijdens het
bedrijf kunnen het dispergeerwerktuig en de
koppelingsflens heet worden.
• Dek de ventilatieopening voor koeling van de
aandrijving niet af.
• Bewerk geen brandbare of ontvlambare mate-
rialen.
• Verwerk ziekteverwekkende materialen uitslui-
goedgekeurde
®
tend in gesloten houders, onder een geschikte
afzuiging. Als u vragen heeft, gelieve contact
op te nemen met IKA
• Gebruik het apparaat niet in explosiegevaar-
lijke omgevingen, met gevaarlijke stoffen of
onder water.
• Tussen het medium en de dispergeeras kunnen
elektrostatische ontladingen plaatsvinden, die
direct gevaar veroorzaken.
• Bewerk uitsluitend media waarbij de door het
bewerken veroorzaakte energie-inbreng geen
problemenmet zichmee zal brengen. Dit geldt
.
®
36