3. Verwijder, alvorens met het maaien te beginnen, alle vreemde voorwerpen van het grasoppervlak.
4. Start de machine nooit wanneer u voor de frees of de maaibalk staat. Wanneer men aan het startsnoer van de motor trekt, mag de frees
of de maaibalk nog niet bewegen. (Indien dit wel het geval is, dan moeten de instellingen veranderd worden.)
5. Pas op voor kwetsuren die door de draaiende hakmessen en dergelijke veroorzaakt kunnen worden.
6. Schakel de motor uit en wacht tot de hakmessen stilstaan, alvorens de machine met behulp van de wielset op de weg te rijden.
7. Onderhoud en reiniging van de machine alsook afstelling van de remschoenen of van de wielen mag enkel gebeuren, wanneer de motor
uitgeschakeld is en de hakmessen tot stilstand gekomen zijn, of wanneer de bougiestekkerbus losgemaakt is.
10. Tijdens de werking van de machine dient de gebruiker beide stuurstangen stevig vast te houden.
11. Laat een deskundige de machine controleren, wanneer deze onmiddellijk uitvalt nadat u ergens tegenaan gereden bent (beschadiging
van de aandrijving, verbogen messen).
12. Machines die met een verbrandingsmotor uitgerust zijn, mogen vanwege het hiermee gepaard gaande vergiftigingsgevaar nooit in gesloten
ruimtes gebruikt worden.
13. Vul nooit benzine bij wanneer de motor nog draait. Rook niet wanneer u benzine bijvult. Gebruik voor het tanken een speciale trechter
zodat er geen brandstof op de motor en de motorkast of op de grond lopen kan.
14. Pas op voor brandwonden aangezien de uitlaat en de onderdelen errond tot 80°C heet kunnen worden.
15. Wij willen nogmaals benadrukken dat wij niet aansprakelijk zijn voor schade en verwondingen die veroorzaakt werden door:
- ondeskundige respectievelijk niet door onze klantenservice uitgevoerde herstellingen;
- geen gebruik te maken van originele onderdelen bij vervangingen.
Voor het toebehoren gelden dezelfde gebruiksvoorwaarden.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
n
INSTRUCTIES VOOR DE MOTOR
n
INGEBRUIKNAME
n
- Opgelet: Plaats de bedieningshendel voor rij- en maaiaandrijving in de neutrale stand. Plaats de gashandgreep van
de motor op "Start". Trek aan de starthandgreep van de motor totdat u compressieweerstand voelt. Laat de kabel langzaam terugrollen. Trek dan
in één armzwaai krachtig aan de kabel om de motor te starten. Hou de starthandgreep vast en laat de kabel weer langzaam terugrollen. Plaats de
gashandgreep, de maaiaandrijving en de rij-aandrijving op "Stop" om de motor uit te schakelen.
VEILIGHEIDSINRICHTING
n
gheidsinrichting uitgerust. Door de besturingshendel te bewegen, wordt de aandrijfas automatisch uitgeschakeld.
TRANSPORT
n
- Gebruik een vorkheftruck om de machine te transporteren. Stel de vorken zo breed mogelijk in en schuif ze in de ruimte onder
de pallet. Het gewicht van de machine staat vermeld op het typeplaatje en bij de technische gegevens.
MONTAGE VAN DE MULTIFUNCTIONELE MACHINE
n
gedemonteerde toestand en in een aangepaste verpakking geleverd. De montage van de machine wordt hieronder beschreven.
- Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing van de motorfabricant.
- Alle multifunctionele machines zijn krachtens de maatregelen ter voorkoming van ongevallen met een veili-
- Behoudens anders afgesproken, wordt de multifunctionele machine in
26