Voorbereidingen op het monteren
Raadpleeg de paragraaf "Veiligheidsinstructies"!
• De draadloze inbouwdimmer moet in een geschikte inbouw- of. opbouwdoos of een andere
daarvoor geschikte behuizing worden ingebouwd en gebruikt.
• De installatie van de draadloze inbouwdimmer mag alleen worden uitgevoerd als de be-
treffende stroomgroep spannings-/stroomloos is. Schakel hiervoor de elektrische netkabel
alpolig uit, door de bijbehorende zekeringsautomaten uit te schakelen of de zekering eruit te
draaien en aansluitend de bijbehorende aardlekschakelaar (FI) uit te schakelen.
Zorg ervoor dat deze niet door onbevoegden weer kan worden ingeschakeld, bijv. door mid-
del van een waarschuwend opschrift. Controleer vervolgens met een geschikt meetinstru-
ment of de netkabel spanningsvrij is.
Aansluiten en monteren
Raadpleeg de paragraaf "Voorbereidingen op het monteren".
Bij elektronische installatiesystemen in oudere huizen komt het vaak voor dat in het in-
bouwdoosje van de bestaande wandschakelaar geen neutrale leiding te vinden is. De gebrui-
kelijke draadloze systemen kunnen hier niet zonder kostbare nieuwe installatie van bedradin-
gen en het daardoor noodzakelijke metselwerk gebruikt worden.
Door het bijzondere 2-draadstype van de hier geleverde draadloze inbouwdimmer is geen
neutrale leiding vereist - de beide bestaande kabels (fase "L" en geschakelde fase "L´") zijn
toereikend.
Door deze techniek beschikt de lamp echter niet over de volledige netspanning.
Doorgaans kan het verschil in lichtsterkte amper worden opgemerkt.
De draadloze inbouwdimmer is optimaal geschikt om een conventionele wandschakelaar
(geen toets!) van een extra draadloze schakel- en dimfunctie te voorzien. Dit betekent dat de
bestaande wandschakelaar blijft bestaan. De tot nu toe met de wandschakelaar geschakelde
lamp kan daarnaast met het radiogestuurde zender van het RSL-radiogestuurde systeem wor-
den geschakeld en gedimd worden.
De lamp kan zoals tot nu toe gebruikelijk via de wandschakelaar worden aan-/
uitgeschakeld. Er is nu bovendien een dimfunctie beschikbaar.
Voor de montage is het noodzakelijk, dat de inbouwdoos voldoende plaats biedt om de draad-
loze inbouwdimmer achter de bestaande wandschakelaar te plaatsen.
Houd bij de aansluiting, montage en het latere gebruik van de draadloze inbouwdim-
mer rekening met een geschikte contactbescherming. Anders bestaat er levensge-
vaar door een elektrische schok!
• Maak de afdekking van de door u gebruikte wandscha-
kelaar los en neem hem uit de inbouwdoos.
• Maak de beide kabels (fase "L" en geschakelde fase
"L´") los uit de wandschakelaar en sluit ze aan de beide
schroefklemmen (D) van de draadloze inbouwdimmer
aan, zie de afbeelding rechts.
De op de draadloze inbouwdimmer met "L" geken-
merkte schroefklem is de aansluiting voor de fase/L,
de schroefklem "
" is de uitgang van de draadloze
inbouwdimmer naar de lamp.
Wanneer de aansluitingen "L" en "L´" worden verwisseld
of wanneer de fase "L" wordt geschakeld in plaats van
de nulleiding "N", kan dit ertoe leiden dat de draadloze
inbouwdimmer niet kan worden geprogrammeerd of dat
de LED-lichtbronnen/-lampen niet werken.
• Verbind de beide kabels (C) van de draadloze inbouwdimmer met de beide tot nu toe ge-
bruikte lcontacten van de wandschakelaar ("S1", zie afbeelding).
• Plaats de draadloze inbouwdimmer in de onderbouwdoos, zodat de LED (A) en de bedie-
ningstoets (B) naar voren zijn gericht.
De bedieningstoets is nodig voor het koppelen met een radiogestuurde zender van
het RSL radiogestuurde systeem (of voor het testen van de aan-/uitschakelaar van
de aangesloten lamp).
Let er bij de montage op dat de bedieningstoets vrij ligt en niet per ongeluk wordt
geactiveerd (als later de wandschakelaar voor de draadloze inbouwdimmer is ge-
plaatst).
Voordat de wandschakelaar en de afdekking gemonteerd worden, moet eerst de program-
mering worden afgerond.
Schakel nu de netspanning in.
Raak tijdens de koppeling in geen geval blootliggende contacten van de aansluitlei-
dingen aan. Levensgevaar door een elektrische schok!
Werkingstest: Inschakelen/uitschakelen en dimmen van de aan-
gesloten lamp met de bedieningstoets
• Druk kort op de bedieningstoets op de draadloze inbouwdimmer, om de aangesloten lamp
in- of uit te schakelen.
Een LED naast de bedieningstoets geeft de actuele schakelsituatie aan:
LED brandt: lamp is ingeschakeld (met de laatste ingestelde helderheid)
LED uit: lamp is uitgeschakeld
• Om de lamp te dimmen, schakelt u deze eerst in met de bedieningstoets op de draadloze
inbouwdimmer. De LED op de draadloze inbouwdimmer brandt.
Houd de bedieningstoets langer dan 3 seconden ingedrukt en de dimfunctie start nu. Als de
gewenste helderheid is bereikt, laat u de bedieningstoets weer los.
Koppelen van de draadloze inbouwdimmer met een radioge-
stuurde zender
• Na het inschakelen van de netspanning bevindt de draadloze inbouwdimmer zich in de kop-
pelmodus. De LED op de draadloze inbouwdimmer knippert.
• Druk de "I"-toets op een draadloze wandschakelaar of de betreffende "ON"-toets bijv. bij een
draadloze afstandsbediening van het RSL radiogestuurde systeem zo lang in, tot de LED op
de draadloze inbouwdimmer stopt met knipperen en continu brandt.
De op de dimmer aangesloten lamp wordt ingeschakeld. Het koppelproces werd met succes
afgesloten.
Koppelen van de draadloze inbouwdimmer op meerdere radio-
zenders
S1
• Schakel de op de draadloze inbouwdimmer aangesloten lamp uit (of op een radiogestuurde
A
B
zender/wandschakelaar, die al is gekoppeld, of druk kort op de bedieningstoets, zodat de
LED naast de bedieningstoets niet brandt).
• Druk de bedieningstoets op de draadloze inbouwdimmer zo lang in tot de LED rood gaat
C
knipperen. Laat de bedieningstoets weer los.
• Druk de "I"-toets op een draadloze wandschakelaar of de betreffende "ON"-toets bijv. bij een
draadloze afstandsbediening van het RSL radiogestuurde systeem zo lang in, tot de LED op
D
L
de draadloze inbouwdimmer stopt met knipperen en continu brandt.
De op de dimmer aangesloten lamp wordt ingeschakeld. Het koppelproces werd met succes
afgesloten.
L´
L
Wissen van een radiogestuurde zender uit een reeds gekoppel-
de draadloze inbouwdimmer
• Schakel de op de draadloze inbouwdimmer aangesloten lamp uit (of op een radiogestuurde
zender/wandschakelaar, die al is gekoppeld, of druk kort op de bedieningstoets, zodat de
LED naast de bedieningstoets niet brandt).
• Druk gelijktijding op de toetsen "I" en "O" van een draadloze inbouwdimmer, of op de toetsen
"ON" en "OFF" van het schakelkanaal waarop de draadloze inbouwdimmer is gekoppeld.
Vervolgens begint De LED op de draadloze inbouwdimmer te knipperen.
• Druk nu op de "O"-toets van een draadloze wandschakelaar, of op de "OFF"-toets van het
schakelkanaal waarop de draadloze inbouwdimmer is gekoppeld.
• De draadloze inbouwdimmer is gewist en reageert niet meer op de bediening op de draadlo-
ze wandschakelaar of de draadloze afstandsbediening.
De draadloze inbouwdimmer kan aan elke radiogestuurde zender van het RSL ra-
diogestuurde systeem worden gekoppeld.
Raadpleeg voor het koppelen de gebruiksaanwijzing van de gebruikte radiogestuur-
de zender.
Zorg tijdens het koppelen voor een minimale afstand van 20 - 30 cm tussen de
draadloze inbouwdimmer en de radiogestuurde zender. Anders kan dit ertoe leiden
dat het aanmelden mislukt.
Wanneer u na het inschakelen van de netspanning teveel tijd nodig hebt om het
koppelen met een radiogestuurde zender te starten, gaat LED op de draadloze in-
bouwdimmer uit en het koppelen wordt beëindigd. Om het koppelen op de draadlo-
ze inbouwdimmer opnieuw te starten, drukt u de bedieningstoets op de draadloze
inbouwdimmer zo lang in, tot de LED opnieuw knippert.
Er kunnen maximaal 10 radiogestuurde zenders van het RSL-systeem aan de
draadloze inbouwdimmer worden gekoppeld.