lengkabels omdat deze onderbrekingen in
de stroomvoorziening kunnen veroorzaken.
Uitschakelen:
o onderbeek de verbinding van het netap-
paraat naar de contactdoos.
12 V DC Boordstroomvoorziening
Inschakelen:
o s chakel de 12 V DC boordstroomvoorzie-
ning in.
Uitschakelen:
o schakel de 12 V DC boordstroomvoorzie-
ning uit.
Alarm bij uitstromend gas
Het gasalarm detecteert het uitstromende gas
via de sensor. Wanneer de gasconcentratie
aan de sensor de vooringestelde gevoelig-
heidsdrempel overschrijdt, wordt de gasuit-
stroming gesignaleerd: de rode ALARM LED
knippert en het harde alarmsignaal klinkt.
Het alarm klinkt totdat de gasconcentratie
weer daalt tot onder de vooringestelde gevoe-
ligheidsdrempel.
Handelwijze bij gaslekkage!
Functietest
Gebruik een gasaansteker voor de functietest
van het gasalarm.
OE363_T94_Gasalarm_content_neu125 25
o L aat direct aan de sensoropening
of beneden gas uit de aansteker ontwijken.
o Waarborg dat geen vlam brandt. Het
gasalarm detecteert het uitstromende gas
via de sensor. Wanneer de gasconcentra-
tie aan de sensor de vooringestelde
gevoeligheidsdrempel overschrijdt, wordt
de gasuitstroming gesignaleerd: de rode
ALARM LED
alarmsignaal klinkt.
o L aat geen gas meer uit de aansteker ont-
wijken zodra het uitstromende gas gesig-
naleerd wordt.
Het alarm klinkt totdat de gasconcentratie
weer daalt tot onder de vooringestelde
gevoeligheidsdrempel.
Foutmelding
Voor uw eigen veiligheid voert het toestel een
c
zelfcontrole uit. Mogelijke storingen worden
gemeld door het knipperen van de fout-LED
en het gelijktijdig piepen van het toestel
Deze foutmelding kan ook door de omgeving
of door een intern probleem van het toestel
geactiveerd worden.
Controleer bij een foutmelding eerst:
o o f de omgevingstemperatuur buiten het
k
knippert en het harde
c
NL/BE
20.10.2006 21:50:36 Uh
opzij
e
2