Ingebruikname
5. Onder de instelling van de wireless LAN worden de naam
en de veiligheidsinstellingen van het WLAN-netwerk
vastgelegd.
• Open: het WLAN-netwerk is open; er is voor de verbinding
geen wachtwoord nodig.
• Let op dat bij deze instelling ook derden toegang tot het
WLAN-netwerk hebben!
• WEP: de oudere veiligheidsstandaard WEP vereist voor
de versleuteling een wachtwoord met 10 of 26 tekens.
Speciale tekens zijn hierbij niet toegestaan.
• WPA: de nieuwere veiligheidsstandaard WPA of WPA2
werkt voor de versleuteling met een wachtwoord
bestaande uit tot 63 tekens.
6. In de onderstaande tabbladen hebt u de volgende
instelmogelijkheden.
• Geavanceerd: Hierbij kunnen gedetailleerde instellingen
van de Powerline-Adapter worden uitgevoerd, bijv. de
begrenzing van het bereik van het netwerk. Hier kunnen
ook afzonderlijke apparaten uit het netwerk worden
uitgesloten.
20