•
Vleugelschroef (16) losdraaien. Diepteaans-
lag (19) omhoogschuiven tot de wijzer (17)
naar de gewenste freesdiepte op de schaal
(18) wijst. Daarna de vleugelschroef terug
aanhalen.
•
Toets de afstelling aan de hand van een pro-
effreesbeurt op een afvalstuk.
•
U kunt dan de freesdiepte nauwkeurig afstel-
len. Draai daarvoor de fijnafstelling (15) naar
de gewenste maat.
Draaien van de fi jnafstelling (15) tegen de richting
van de wijzers van de klok in: verhogen van de
freesdiepte
Draaien van de fi jnafstelling (15) met de wijzers
van de klok mee: verlagen van de freesdiepte
Draaien van de fi jnafstelling (15) met één deel-
streep komt overeen met een verandering van
de freesdiepte met 0,04 mm, een hele slag komt
overeen met 1 mm.
Bij de fi jnafstelling (15) kan ook de onderste ring
(b) afzonderlijk worden gedraaid. Dit dient voor
het bereiken van het nulpunt zonder de fi jnafstel-
ling (15) te verstellen. Zie hieromtrent fi g. 7 en ga
als volgt te werk:
•
Druk de ring (b) naar beneden.
•
Houd de ring vast en draai hem tot hij de ge-
wenste positie heeft bereikt.
•
Laat de ring weer los.
6.4 Frezen
•
Vergewis u er zich van dat geen vreemde
voorwerpen op het werkstuk vast zitten om
te voorkomen dat schade aan de frees wordt
berokkend.
•
Sluit de netstekker aan op een gepast stop-
contact.
•
Pak het gereedschap aan zijn beide handgre-
pen (7) vast.
•
Zet de bovenfrees op het werkstuk.
•
Stel de freesdiepte in zoals beschreven in
punt 6.3.
•
Kies het toerental conform punt 6.2 en scha-
kel het gereedschap in (zie punt 6.1).
•
Toets de afstellingen van het gereedschap
aan de hand van een afvalstuk.
•
Wacht tot het gereedschap zijn vol toerental
heeft bereikt. Verlaag pas dan de frees op zijn
werkhoogte en blokkeer het gereedschap
d.m.v. de spangreep (9).
Anl_TH_RO_1100_E_SPK2.indb 46
Anl_TH_RO_1100_E_SPK2.indb 46
NL
Freesrichting: de frees draait met de wijzers van
de klok mee: het frezen dient steeds tegen de
omlooprichting te gebeuren om ongelukken te
voorkomen (fi g. 18).
Aanzet: Het is heel belangrijk het werkstuk met
de juiste aanzetsnelheid te bewerken. Het is
aan te raden enkele proeff reesbeurten met een
afvalstuk van hetzelfde type uit te voeren voordat
u het eigenlijke werkstuk bewerkt. Op die manier
kan u de optimale werksnelheid heel eenvoudig
bepalen.
Te geringe aanzetsnelheid:
De frees zou te sterk verhit kunnen raken. Indien
brandbaar materiaal zoals hout b.v. wordt bewerkt
zou het werkstuk vlam kunnen vatten.
Te hoge aanzetsnelheid:
aan de frees zou schade kunnen worden berok-
kend. Freeskwaliteit: ruw en oneff en.
Laat de frees helemaal tot stilstand komen
voordat u het werkstuk verwijdert of de bo-
venfrees neerlegt.
6.5 Trapsgewijs frezen
Naargelang de hardheid van het te bewerken
materiaal en de freesdiepte dient u in meerdere
stappen te werk gaan.
•
Moet in meerdere stappen worden gefreesd
draai dan de eindaanslagrevolver (14) na het
instellen van de freesdiepte conform punt 6.3.
zodat de diepteaanslag (19) zich boven de
hoogste eindaanslag (a) bevindt.
•
Frees dan met deze instelling. Aan het einde
van de eerste freesbeurt eindaanslagrevolver
(14) instellen zodat de diepteaanslag (19)
zich boven de middelste eindaanslag (a) be-
vindt. Voer ook met deze instelling een frees-
beurt uit.
•
Dan de laagste eindaanslag (a) afstellen en
de laatste freesbeurt uitvoeren.
6.6 Frezen van cirkels met de passerpunt (13)
Om cirkels rond een middenpunt te frezen gaat u
als volgt te werk:
•
Passerpunt (13) conform punt 5.4 monteren
en instellen.
•
Passerpunt (13) op het middelpunt van de te
frezen cirkel zetten en aandrukken.
•
Freesbeurt conform punt 6.4. uitvoeren.
- 46 -
29.06.12 11:29
29.06.12 11:29