NL
3.2
Draaimoment instellen
WAARSCHUWING
Vergewis u ervan dat u ALTIJD de schaal met de
voorgeschreven eenheid gebruikt. Het niet volgen van de
voorgeschreven schaal kan tot foutieve schroefverbindingen
leiden. Dit kan mogelijkerwijze beschadigingen, ZWARE
VERWONDINGEN of DODELIJKE ONGELUKKEN
veroorzaken.
Maak u vertrouwd met de momentsleutel en bijbehorende
schaal.
De momentsleutel is uitgerust met een dubbele schaal (N·m /
lbf·ft of lbf·in). Controleer de eenheid en de schaal.
Bij het gebruik van opzetgereedschap met een andere steek
dan de op het certificaat aangegeven steek, moet een
aanpassing van de ingestelde draaimomentwaarden
plaatsvinden (zie 3.3). De reden hiervoor is de verlenging /
verkorting van de werklengte van de momentsleutel. Als
resultaat wordt het draaimoment dat op de schroefverbinding
werkt hoger of lager dan het ingestelde draaimoment.
Vóór elk gebruik van de momentsleutel moet ALTIJD het
gewenste draaimoment worden ingesteld:
De eenheid van de schaal (3)
door omschakelen tussen
3
hoofdschaal N·m en hulp-
schaal lbf·ft / lbf·in ter
vermijding van afleesfouten
7
bij het instellen van het
gewenste draaimoment
selecteren met behulp van
schakelaar (7).
Vergrendelknop (1) aan
1
het handvateinde (2)
uittrekken. De gele
markering aan de
vergrendelknop (1) toont aan, dat
de momentsleutel ontgrendeld en
daarmee verstelbaar is.
2
95