Voorwoord
Geachte klant,
Wij bedanken u voor de aankoop van deze thermodifferentiaalmelder.
Met dit toestel heeft u een product gekocht, dat met de allernieuwste
techniek werd gebouwd. Dit product voldoet aan de eisen van de
geldende Europese en nationale richtlijnen. De overeenstemming
werd aangetoond, de overeenkomstige verklaringen en documenten
zijn bij de fabrikant gedeponeerd. Om deze toestand te behouden en
een gebruik zonder gevaren te garanderen, moet u als gebruiker deze
montage-instructies in acht nemen!
Opmerkingen
De thermodifferentiaalmelder dient in combinatie met een
inbraakalarm- of gevaarmeldingsinstallatie voor de beveiliging tegen
branden. Hij wordt op plaatsen met een hoge stofbelasting gebruikt
(garages, industrie) of op plaatsen waar niet met een sterke
rookontwikkeling bij branden (uiterst ontvlambare brandstoffen) wordt
gerekend.
De thermodifferentiaalmelder detecteert twee criteria. Hij reageert op
een temperatuur boven de 57 °C en bij een abrupte
temperatuurstijging van 5 °C binnen drie minuten.
Opgelet!
Thermodifferentiaalmelders kunnen niet ter voorkoming van brand
gebruikt worden. Ze dienen uitsluitend voor het constateren van
bepaalde brandkenmerken. Let er bij de installatie op dat de positie
van de afzonderlijke melders overeenkomstig de geldende
brandveiligheidsvoorschriften en –aanbevelingen werd gepland.
Deze melder is uitsluitend voor toepassingen binnenshuis
geschikt!
Om een goede werking van uw thermodifferentiaalmelder te
garanderen, neemt u a.u.b. de volgende opmerkingen in acht:
•
Demonteer de melder niet
•
Let op hindernissen die de luchtstroom naar de detector
zouden kunnen hinderen.
Controleer na de installatie of alle melders van een
brandalarmsysteem functioneren en herhaal deze controle elk jaar.
Positionering
U dient voor uw eigen veiligheid of voor de veiligheid van uw klant
thermodifferentiaalmelders alleen centraal boven het te bewaken vlak
te positioneren. Let erop dat de melder minimaal 30 cm van de
wanden verwijderd gemonteerd wordt.U dient
thermodifferentiaalmelders in ruimten te gebruiken waarin geen hoge
temperaturen heersen of de temperatuur plotseling 4 °C -5 °C
verandert. Daartoe tellen bijvoorbeeld stookruimten, bakkerijen etc.
Installatie
1.
Maak de melder van de bodemplaat los door melder en
bodemplaat tegen elkaar te drukken en linksom te draaien.
2.
Installatie van de bodemplaat:
2.1. Bevestig de bodemplaat met pluggen en schroeven op de
wand of op het plafond.
2.2. De melder heeft vier aansluitsnoeren voor de installatie
nodig. Het schakelschema is in afb. 1 weergegeven, de
bodemplaat in afb. 2.
De cijfers voor de markering van de aansluitingen vindt u
binnen in de bodemplaat terug.
11