Storage
In het submenu "Storage" kunt u de verschillende stations op de NAS-server
beheren.
OPMERKING!
Het is raadzaam de vaste schijf van de NAS-server om de 3 maanden
of na 32 maal opstarten te controleren op fouten.
Internal/External Volume
In de tabellen worden de gegevens over alle volumes van de interne harde
schijf en alle volumes op aangesloten USB-opslagmedia weergegeven.
Status
Dit pictogram geeft aan of het volume Healthy, Resync, Recovering of
Down is.
Volume
De naam van het station wordt eerst automatisch door de NAS-server gegeven.
U kunt het station een andere naam geven.
File system/Disk Confi guration
Hier wordt het bestandssysteem van het station weergegeven.
Disk(s)
Deze kolom geeft de fysieke harde schijf weer waarop het station zich bevindt.
Wanneer u met de cursor over de invoer beweegt, wordt meer informatie weer-
gegeven, zoals de naam van het model en de capaciteit.
Capacity
Dit toont de totale capaciteit van het station en de gebruikte en vrije opslag-
ruimte.
Add
Klik op deze optie om een nieuw intern of extern volume toe te voegen.
Edit
Klik op de optie Edit om de naam van het station te wijzigen.
Volume Name
De naam van het station mag max. 31 tekens lang zijn.
Geef het een unieke naam om verwarring te voorkomen.
U mag alle alfanumerieke tekens, plus " " [spaties], "_" [onderstrepingstekens] en "."
[punten] gebruiken.
Het eerste teken moet wel alfanumeriek (A-Z 0-9) zijn.
Het laatste teken mag geen spatie zijn.
Voor externe stations mogen enkel namen van maximaal 32 tekens uit ASCII-teken-
set gebruikt worden. De naam mag niet al aan een ander station gegeven zijn.
46