Publicité
l'utilisation de ce produit.
Retirez les vis au dos du détecteur et séparez les deux parties du boîtier. Cherchez les
dix ponts câblés qui servent à définir le codage. Ce codage doit être réglé de sorte
qu'il corresponde exactement avec le codage en vigueur dans le reste de votre
installation.
Lisez le code à 10 chiffres sur l'autocollant du composant du set, ou sur la page 4 du
manuel du set. (Si vous hésitez, ouvrez simplement la télécommande du set et
comparez le codage). Le codage se compose d'une série de «0» et de «1». Ceux-ci
décrivent l'état des ponts câblés 1 à 10. «1» signifie pont câblé disponible; «0» signifie
pont câblé séparé. Utilisez donc maintenant un ciseau à papier pointu pour couper
les câbles à coder «0».
Relevez les bandes de transport pour connecter les piles et refermez le boîtier.
Placez le détecteur d'ouverture et l'aimant de sorte que les deux flèches pointent l'une
vers l'autre. Activez l'unité sirène en appuyant sur la touche «EIN» de la
télécommande. Un bip retentit et la diode s'allume rapidement. Après 10 secondes,
un deuxième bip est émis. Le système est alors activé.
Eloignez à présent l'aimant du détecteur d'ouverture. La diode du détecteur
d'ouverture devient verte et la sirène doit retentir après une temporisation de 10
secondes. Si la sirène ne se déclenche pas, vérifiez le branchement des piles et le
codage. Si la diode s'allume en rouge, un changement de piles s'impose. Pour
désactiver la sirène appuyez sur la touche «AUS» de la télécommande. Vérifiez cette
fonction avant le montage définitif à l'emplacement prévu.
L'aimant se fixe sur la porte ou la fenêtre et le détecteur sur le cadre (ou inversement,
cela n'a aucune conséquence sur le fonctionnement). Placez l'aimant et le détecteur
face à face en alignant les flèches. La distance entre l'aimant et le détecteur doit être
au plus de 5mm.
Gebruiksaanwijzing
Uitrustung (ziw afb.):
1 Schroeven
2 Afdekplaatje
3 Melder
4
Batterij 12 volt
Voordat deze openingsmelder samen met het aanwezige alarmsysteem gebruikt
kan worden, moet hij op uw eigen codering ingesteld worden. Er kunnen
meerdere draadloze bewegingsmelders of openingsmelders per alarminstallatie
gebruikt worden, maar dan moet men wel met het zendbereik tot aan de sirene
rekening houden .
Lees a.u.b. voor de plaatsing de gebruiksaanwijzing bij Alarminstallatie Systeem
1000 over montage, ingebruikname en toepassing van dit product.
Draai de schroef los en haal de beide helften van het kastje uit elkaar. Druk de
bevestigingsclips van de printplaat uit elkaar en haal de print uit het kastje. Zoek
de 10 draadbruggen voor de eigen codering. Deze codering moet nu zo worden
ingesteld, dat die overeenstemt met de code van het al aanwezige systeem .
Neem de codering van het systeem over van de sticker op de componenten van
het systeem of van de opgave op blz.4 van het handboek van het systeem.( Als u
twijfelt, maak dan gewoonweg de bewegingsmelder van het systeem open en
vergelijk de codering.) De codering bestaat uit een rij van 10 cijfers, 0 en 1. Die
geven de toestand van de draadbruggen 1 tot en met 10 aan. "1"betekent
draadbrug is aanwezig. "0 "draadbrug onderbroken. Gebruik nu een scherpe
zijkniptang en knip de met "0"gecodeerde draadbruggen door.
Trek nu de transportstrip weg om de batterijen te verbinden en sluit het kastje
weer.
5
Codering bij levering
6
Voorbeeld van een codering
7
LED-lampje
Leg de openingsmelder en de magneten zo dat de installatiepeilen naar elkaar
toe wijzen. Schakel de sirene op scherp door op de "EIN"-knop van de
afstandsbediening te drukken. U hoort een pieptoon en het LED-lampje brandt
even. Na 10 seconden klinkt er een tweede piepje. Nu staat de installatie op
scherp.
Trek nu de magneet weg van de openingsmelder . Het LED-lampje van de
openingsmelder brandt groen en de sirene moet nu na een aanlooptijd van 10
seconden gaan werken. Gaat de sirene niet af, dan moet u het batterijcontact en
de codering controleren. Als er een rood lichtje brandt, moet de batterij
vervangen worden. Om de sirene uit te schakelen en de sirene op onscherp te
zetten, moet u op de "AUS"-knop van de afstandsbediening drukken. Test de
werking ook voordat u de installatie vast op de gewenste plaats bevestigt.
De magneet bevestigt u op de deur of het raam en de melder op het deurkozijn of
het raamkozijn ( of omgekeerd, dat heeft geen invloed op het functioneren). Richt
de melder en de magneet met behulp van de peilen op elkaar. De afstand tussen
de magneet en de melder mag hoogstens 5 mm bedragen.
Instructions
Description (see fig.):
1 Screws
2 cover
3 Melder
4
12 Volt battery
Before use, the door / window contact must be set to the individual house code
of the System. It is possible to use many wireless motion detectors or door
contacts, however the limiting factor is the transmitting range to the siren. Refer
to he manual of the system for information about the planning, installation and
use of this product.
Release the screw and separate the housing. Locate the ten wire links for the
house code. This coding must correspond to that in the system. You can find the
10 digit code on a sticker attached to the components in the set or from a note
on side 4 of the handbook. (If you are unsure simply open a Motion Detector
from the set and copy the coding.) The code consists of a row of the digits 0 and
1. The digits describe the condition of the wire links numbered 1 to 10.
1 means that the wire link is in place, 0 means that the wire link is seperated. Use
a pointed wire cutter to cut the links which are coded 0.
Remove the foil tab to connect the battery and then close the housing.
Place the door contact and the magnet so that the arrows are facing towards
each other. Arm the system by pressing the ON button on the keyfob. The siren
bleeps once, and the LED flashes. After ten seconds, the siren bleeps once again.
Now the system is armed.
Pull the magnet away from the door contact. The LED is green, and the siren
should trigger an alarm after an entry delay of ten seconds. If the siren does not
sound, check the battery and the code. To silence the alarm and to disarm the
system, press the OFF button on the keyfob. Before installing the door contact,
also check the function in the position where you want to install it.
The magnet is fixed to the door or window and the door contact to the door- or
window frame (or vice versa; this does not affect the function of the door
contact). The two arrows can help you to bring the magnet and the door contact
into line. The distance between magnet and door contact should not exceed 5
mm.
Indexa GmbH
Paul-Böhringer-Str. 3
5
Works code
6
Example code
7
LED
D - 74229 Oedheim
Publicité
