7. Bedieningspaneel
7.1.
Bedieningspaneel plaatsen
Druk het bedieningspaneel met de twee pennen
achteraan op de onderste rand in de bijbehorende
houders onder in het frame (1).
Klap het bedieningspaneel naar boven (2).
LET OP!
Controleer of het bedieningspaneel goed
en vast op zijn plaats zit. Als het bedie-
ningspaneel niet correct is ingebouwd,
wordt op het display onjuiste informatie
weergegeven en/of werken enkele toetsen
niet correct.
7.2.
Bedieningspaneel verwijderen
Druk op de toets OPEN. Het bedieningspaneel klapt naar beneden.
Trek het bedieningspaneel voorzichtig uit de houder.
7.3.
Contacten
LET OP!
Als het bedieningspaneel is verwijderd, liggen de contacten van het be-
dieningspaneel en van de radio bloot.
Let op dat de blootliggende contacten niet vuil worden. De autoradio
kan anders mogelijk niet zonder problemen werken. Bewaar het bedie-
ningspaneel ter bescherming altijd in het etui.
Reinig de contacten zo nodig met een schone, pluisvrije en droge doek.
7.4.
Reset
Om de radio in gebruik te nemen drukt u met de punt
van een balpen of een ander scherp voorwerp in de RE-
SET-opening.
Als de autoradio een storing aangeeft die niet kan worden
verholpen door uit- en inschakelen, drukt u met de punt
van een balpen of een ander scherp voorwerp in de RE-
SET-opening.
1
2
61 van 126
FR
NL
DK