1
ø 5 mm
Wandmontage weerstation:
1. Markeer de boorgaten voor het weerstation
(afstand horizontaal ca. 11,3 cm) en let er vóór
het boren van de boorgaten (ø 5 mm) op dat
bij het boren geen elektriciteitsleidingen of water-
leidingen o.i.d. beschadigd raken.
2. Schuif de pluggen in de boorgaten tot ze deze
zo afsluiten dat ze gelijk liggen met de wand.
3. Schroef de meegeleverde schroeven in de pluggen
en laat een klein stukje uitsteken, zodat het
weerstation daaraan kan worden opgehangen.
De voorgemonteerde standvoet kan worden losge-
haald van het weerstation. Klap de standvoet naar om-
laag weg en trek hem uit de uitsparing. Om hem aan
te brengen gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
PH0
0.5 x 3
5 mm
10 mm
Ophanging
Montage windmeter:
Zoek voor de windmeter een geschikte standplaats.
– De standplaats moet buiten zijn.
– De wind moet van alle kanten op de windmeter
kunnen inwerken, zodat de juiste windkracht en
windrichting kan worden gemeten.
– De windvaan en het windrad mogen niet geblok-
keerd zijn om de metingen correct te kunnen
uitvoeren.
– De windmeter moet binnen het bereik van de
draadloze overdracht worden gemonteerd. Muren
en wanden reduceren het bereik van de draad-
loze overdracht. Controleer de draadloze ont-
vangst vóór de definitieve montage met het
weerstation.
Idealiter wordt de windmeter op een mast of op het
dak van een huis gemonteerd. Op deze plaatsen
kan de wind direct inwerken op de windmeter.
U hebt een mast nodig met een diameter van ca.
25–31 mm (niet meegeleverd), die stabiel en lood-
recht staat.
Bevestig de windmeter zoals hieronder is afgebeeld
met de meegeleverde binnenzeskantschroeven,
Ingebruikneming
NL/BE
67