Maak de occlusieballonkatheter gereed
1. Haal de inhoud voorzichtig uit de zak met toepassing van een gebruikelijke steriele
techniek.
2. Spoel de distributiespiraal (verpakking) van de ballonkatheter met 10 cc zoutoplossing
om de hydrofiele coating van de katheter te activeren voordat u het product uit de
distributiespiraal haalt.
3. Haal de ballonkatheter voorzichtig uit de distributiespiraal.
Voorzorgsmaatregel: Breng de ballonkatheter niet opnieuw in de distributiespiraal in. Als
de ballonkatheter in de distributiespiraal wordt teruggeschoven, kan hij knikken of kan de
ballonkatheter beschadigd raken. Laat de ballonkatheter niet drogen na het bevochtigen.
4. Sluit een draaibare hemostaseklep aan op de luerlock van de ballonkatheter. Sluit een
2-wegafsluiter aan op de draaibare hemostaseklep en draai hem goed aan. Bevestig een
met een mengsel van fysiologische zoutoplossing en contrastmiddel gevulde 3cc-spuit op
de poort van de draaibare hemostaseklep.
5. Spoel het systeem met de 3cc-spuit en controleer of het mengsel van zoutolossing en
contrastmiddel uit de draaibare hemostaseklep stroomt. Draai de draaibare hemostaseklep
voorzichtig aan en blijf spoelen om te controleren of het mengsel van zoutoplossing en
contractmiddel uit de distale tip komt, zodat alle lucht uit het systeem is verwijderd.
Kijk tijdens het spoelen naar de ballon om te voorkomen dat u deze te ver vult.
Opmerking: Tijdens het spoelen kan de ballon zich gedeeltelijk vullen.
Leiding naar
Line to flush
spoeloplossing
solution
(300 mm Hg)
Stopcock
Afsluiter
(300 mm Hg)
Connector
Guide
geleidekatheter
Catheter Hub
Draaibare
RHV
hemostaseklep
Geleidekatheter
Guide
Catheter
Ballon-
Balloon
katheter
Catheter
Voerdraad van 0,014 in (0,36 mm) van
Stryker Neurovascular
0.014 in (0.36 mm) Guidewire
afbeelding 1. Voorbeeld van een opstelling voor continue spoeling
6. Neem een aanbevolen voerdraad voorzichtig uit de verpakking en maak de voerdraad
gereed volgens de instructies van de fabrikant.
7. Draai de draaibare hemostaseklep los en voer de voerdraad door de draaibare
hemostaseklep in het lumen van de ballonkatheter op totdat het distale uiteinde
van de voerdraad proximaal van de distale afdichting van de TransForm™-
occlusieballonkatheter is gekomen.
Opmerking: Zorg dat de voerdraadtip zich in het ballongedeelte bevindt en niet voorbij
het distale uiteinde van de ballonkatheter uitsteekt.
8. Spoel het systeem opnieuw en controleer of het mengsel van zoutoplossing
en contrastmiddel uit de draaibare hemostaseklep stroomt. Draai de draaibare
hemostaseklep voorzichtig aan en blijf spoelen om te controleren of het mengsel van
zoutoplossing en contractmiddel uit de distale tip komt.
Black (K) ∆E ≤5.0
Injectiespuit
Syringe
Draaibare
Torsie-instrument
hemostaseklep
RHV
Torque Device
Aanzetstuk
Balloon
Injectiespuit
Syringe
ballonkatheter
Catheter Hub
Afsluiter
Stopcock
Stryker Neurovascular
waarschuwing: Ontlucht het syteem zorgvuldig voordat u het ballonkathetersysteem
in het vaatstelsel inbrengt om te voorkomen dat er lucht in het ballonkathetersysteem
terechtkomt. Als dit niet wordt gedaan, kan ingesloten lucht tijdens gebruik van het
hulpmiddel vrijkomen en een neurologisch deficit veroorzaken. Spoel de ballon niet voor
de eerste keer terwijl hij in het vaatstelsel is ingebracht.
9. Draai de draaibare hemostaseklep iets los en voer de voerdraad op totdat hij ter hoogte
van de distale tip van de ballonkatheter is gekomen en een afdichting bij de distale tip
vormt.
Opmerking: Bij gebruik van de Transend™ EX Platinum, Transend 300 ES of Transend 300
Floppy voerdraad als toegangsvoerdraad moet de voerdraad ten minste 3 cm voorbij de
tip van de ballonkatheter worden opgevoerd om een goede afdichting te verkrijgen.
10. Vul de ballon met behulp van de 3cc-spuit met het mengsel van zoutoplossing en
contrastmiddel tot het nominale aanbevolen vulvolume (zie compliantietabel) en inspecteer
het ballonoppervlak op eventuele afwijkingen (niet-concentrische vorm, kleine gaatjes enz).
Let op eventuele luchtbellen wanneer de ballon gevuld is.
11. Als u lucht in het ballonkathetersysteem ziet, dompelt u de tip van de ballonkatheter
onder in fysiologische zoutoplossing, draait u de draaibare hemostaseklep iets los, trekt u
de voerdraad terug van de distale tip van de ballonkatheter en spoelt u het systeem met
de 3cc-spuit om alle luchtbellen te verwijderen. Herhaal stap 9 en 10 om te verzekeren
dat alle lucht uit de ballonkatheter is verwijderd.
12. Houd de tip van het ballonkathetersysteem ondergedompeld in de fysiologische
zoutoplossing of het contrastmiddel, draai de draaibare hemostaseklep iets los en trek de
voerdraad in de ballon terug om de ballon helemaal te legen.
13. Voer de voerdraadtip op totdat hij in lijn staat met de tip van de ballonkatheter. Draai de
draaibare hemostaseklep aan om de voerdraad op zijn plaats te houden.
14. Vervang de 3cc-spuit door een 1cc-spuit die u hebt gevuld met het mengsel van
zoutoplossing en contrastmiddel.
Opmerking: Vul de poort van de draaibare hemostaseklep met het mengsel van
zoutoplossing en contrastmiddel voordat u de 1 cc-spuit aansluit om te voorkomen dat er
luchtbellen in de draaibare hemostaseklep terecht komen.
GEBrUIKSaanwIJZInG
1. Open de draaibare hemostaseklep op de geleidekatheter en breng het ballonkatheter-
systeem in de geleidekatheter in.
Opmerking: Bij gebruik van de Transend EX Platinum, Transend 300 ES of Transend 300
Floppy voerdraad als toegangsvoerdraad moet de voerdraad nog eens 3 cm worden
opgevoerd nadat de tip van het ballonkathetersysteem door de draaibare hemostaseklep
in de geleidekatheter is opgevoerd. Zorg dat de voerdraad altijd ten minste 3 cm voorbij
de tip van de ballonkatheter uitsteekt.
2. Zet de draaibare hemostaseklep van de geleidekatheter voorzichtig vast op het
ballonkathetersysteem om terugstroming te voorkomen, maar niet zo strak dat de
katheter niet meer kan bewegen.
3. Voer het ballonkathetersysteem op totdat de Fluoro-Saver markering de draaibare
hemostaseklep van de geleidekatheter heeft bereikt.
4. Voer het systeem onder fluoroscopie op tot de te behandelen locatie.
waarschuwing: Voer het ballonkathetersysteem nooit op en trek het nooit terug als
u weerstand voelt. Als u het hulpmiddel bij weerstand beweegt, kan dit leiden tot
losraken van een bloedstolsel, perforatie van een vaatwand of beschadiging van het
hulpmiddel. Als u weerstand ondervindt tijdens het opvoeren over, of verwijderen
van de ballonkatheter van de geleidekatheter, verwijder dan beide als een geheel om
beschadiging van het bloedvat, de geleidekatheter of het hulpmiddel te voorkomen.
34