15.1 Stroomuitval
Tijdens een stroomuitval stijgt de
temperatuur in het apparaat, hierdoor
verkort de bewaartijd en de kwaliteit
van de diepvriesproducten vermin-
dert.
Op onze website van uw apparaat
vindt in de technische gegevens de
bewaartijd van de diepvriesproducten
in geval van een storing.
Opmerkingen
Het apparaat tijdens een stroomuit-
¡
val zo weinig mogelijk openen en
geen andere levensmiddelen inrui-
men.
De kwaliteit van de levensmiddelen
¡
onmiddellijk na de stroomuitval
controleren.
– Diepvriesproducten die ontdooid
en warmer dan 5 °C zijn, weg-
gooien.
– Licht ontdooide diepvriesproduc-
ten koken of bakken en ofwel
verbruiken of opnieuw invriezen.
15.2 Apparaatzelftest uitvoe-
ren
Uw apparaat beschikt over een appa-
raatzelftest, welke storingen weer-
geeft, die uw service kan verhelpen.
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 110
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Het apparaat na 5 minuten op-
3.
nieuw elektrisch aansluiten.
→ Pagina 107
Houd één minuut na de elektrische
4.
aansluiting super (koelvak) gedu-
rende 3 tot 5 seconden ingedrukt,
totdat het tweede akoestische sig-
naal klinkt.
De apparaatzelftest start.
a
Als na het einde van de apparaat-
a
zelftest 2 akoestische signalen
weerklinken en de temperatuurindi-
catie de ingestelde temperatuur
toont, is uw apparaat in orde. Het
apparaat gaat over op de normale
werking.
Wanneer na het einde van de zelf-
a
test van het apparaat 5 akoesti-
sche signalen klinken en de leds
van de temperatuuraanwijzing met
verschillende helderheid branden,
neem dan contact op met de servi-
ce. De leds geven de servicedienst
aanwijzingen omtrent de actuele
storing.
Opslaan en afvoeren
16 Opslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren
16.1 Apparaat buiten gebruik
stellen
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 110
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Alle levensmiddelen verwijderen.
3.
Het apparaat reinigen.
4.
→ Pagina 118
LET OP! Tussen de deur en de be-
5.
huizing geklemde voorwerpen kun-
nen het deurscharnier beschadi-
gen.
De deur openen, totdat deze zelf-
▶
standig open blijft.
Geen voorwerpen tussen de deur
▶
en de behuizing klemmen.
Om de ventilatie van het interieur
te waarborgen het apparaat geo-
pend laten.
Opslaan en afvoeren nl
123