LT.AL.REM.000.004
LT.AL.REM.000.005
LT.AL.REM.000.007
LT.AL.REM.000.009
LT.AL.REM.000.006
LT.AL.REM.000.008
LT.AL.REM.000.010
Remeha Celcia MC4
•
Let op de eisen inzake de omgevingstemperatuur
en de toegestane relatieve vochtigheid.
•
Voorkom dat de regelaar in aanraking komt met
spatwater.
2.2.2 Ophangen Celcia MC4
De regelaar wordt bevestigd met drie schroeven. De bovenste
schroef is voor het ophangen van de regelaar en kan na het
ophangen niet meer worden aangedraaid. De twee onderste
schroeven (achter de kleine afdekkap) zorgen voor de fixatie.
Hang de regelaar als volgt op:
•
Bepaal de positie van de regelaar en druk de boormal
tegen de wand.
•
Boor de drie gaten (Ø 5 mm) op de plaatsen zoals aange-
geven op de boormal.
•
Plaats de pluggen.
•
Draai de bovenste schroef in de plug en hang de regelaar
spelingsvrij op.
•
Verwijder de kleine afdekkap van de regelaar; de onderste
sleufgaten zijn nu toegankelijk.
•
Draai de twee onderste schroeven in de pluggen.
•
Lijn de regelaar uit en draai de twee schroeven vast.
•
Herplaats de kleine afdekkap.
2.2.3 Richtlijnen voor aansluiten van sensoren en
bekabeling installatiecomponenten
•
Monteer de regelaar zo dicht mogelijk in de buurt van de
aan te sturen installatiecomponenten (controleer maxima-
le kabellengtes voor OpenTherm aansluiting en sensoren)
•
Naast de aansluiting voor het netsnoer is een aardklem
geplaatst. Sluit deze altijd aan om te voldoen aan de
veiligheidsrichtlijnen.
•
De netaansluiting altijd aansluiten op een wandcontact-
doos met randaarde.
•
Pas dubbel geïsoleerde bekabeling toe bij de relaisuitgan-
gen, die een niet-veilige spanning schakelen.
•
Voorzie alle kabelaansluitingen van een trekontlasting.
Doorlussen van de voedingsspanning en/of aarde naar bijvoor-
beeld een pomp is niet toegestaan.
2.2.4 Aansluiten van sensoren en bekabeling
installatiecomponenten
Voor het aansluiten van temperatuursensoren, thermostaten,
ketels, en overige bekabeling, handelt u als volgt:
Schakel voor montage aan elektrische delen altijd eerst de
netspanning uit.
8