• Vriezer: Hoe kouder de
temperatuurinstelling, hoe hoger het
energieverbruik.
• Koelkast: Stel de temperatuur niet te hoog
in om energie te besparen, tenzij dit nodig
is vanwege het soort voedsel.
• Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af.
• Zorg ervoor dat voedingsmiddelen in het
apparaat lucht door speciale gaten in de
achterzijde van het apparaat laten
circuleren.
5.2 Tips voor het invriezen
• Vries flessen of blikjes niet in met
vloeistoffen, met name dranken die
kooldioxide bevatten. Ze kunnen tijdens
het invriezen exploderen.
• Plaats geen warm voedsel in het vriesvak.
• Plaats vers niet-bevroren voedsel niet
direct naast al ingevroren voedsel.
• IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes
niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn
gehaald opeten om bevriezingen te
voorkomen.
• Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen.
5.3 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
• Het vriesvak is het vak gemarkeerd met
.
• Een goede temperatuurinstelling die de
conservering van ingevroren voedsel
garandeert is een temperatuur lager dan
of gelijk aan -18°C.
• Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid.
• Het hele vriesvak is geschikt voor de
opslag van diepvriesproducten.
• Laat voldoende ruimte rond het voedsel
om de lucht vrij te laten circuleren.
5.4 Houdbaarheid voor
vriescompartiment
Soort voedsel
Brood
12
NEDERLANDS
Soort voedsel
Fruit (met uitzondering van citrusvruch‐
ten)
Groenten
Restjes zonder vlees
Zuivelproducten:
Boter
Zachte kaas (zoals mozzarella)
Harde kaas (zoals Parmezaanse kaas,
cheddar)
Vis/Zeevruchten:
Vette vis (zoals zalm, makreel)
Magere vis (zoals kabeljauw, bot)
Garnalen
Gepelde mosselen en mosselen
Gekookte vis
Vlees:
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
5.5 Tips voor het koelen van
voedsel
• Een goede temperatuurinstelling die de
conservering van vers voedsel garandeert
is een temperatuur lager dan of gelijk aan
Houd‐
+4°C.
baarheid
• Gebruik altijd gesloten recipiënten voor
(maan‐
vloeistoffen en voor voedsel, om smaken
den)
of geuren in het vak te voorkomen.
3
• Om kruisbesmetting tussen gekookt en
rauw voedsel te voorkomen, bedekt je het
Houd‐
baarheid
(maan‐
den)
6 - 12
8 - 10
1 - 2
6 - 9
3 - 4
6
2 - 3
4 - 6
12
3 - 4
1 - 2
9 - 12
6 - 12
4 - 6
6 - 9
1 - 2
1 - 2
2 - 3