64 | Nederlands
Probleem
Maaier staat op het
gazon met het display
uitgeschakeld
Maaier laadt niet op
Maaier is buiten
begrenzingsdraad
Delen van het gazon
zijn niet gemaaid
Maaier komt vast te
zitten in de tuin
De maaier maait per
ongeluk bloemen,
enz. of rijdt over
bepaalde obstakels
Mogelijke oorzaak
Problemen bij de bediening
Accu te warm/koud
Laadstation niet ingeschakeld
Laadpennen gecorrodeerd
Begrenzingsdraad op een
helling
Obstakel nabij begrenzingsdraad
De maaier moet meer
maaibeurten uitvoeren om de
tuin te voltooien
Tijdvak niet lang genoeg voor
tuingrootte
Afstand tussen de
begrenzingsdraden te klein
Zware maai-omstandigheden
Gras te hoog
Hellingen in de tuin te steil
Voorwerpen/obstakels niet
afgebakend
Nieuw gelegd gazon
Voorwerpen/obstakels lager dan
5 cm niet afgebakend
Corrigerende maatregel
Druk op de bevestigingsknop om het scherm te laten
oplichten of plaats de maaier in het laadstation.
De maaier werkt bij een interne temperatuur tussen 5 °C
en 45 °C. Laat de maaier afkoelen/opwarmen. Als de
storing zich regelmatig voordoet, moet u het laadstation
in de schaduw plaatsen.
Schakel de voeding van het laadstation in. Als het
laadstation niet kan worden ingeschakeld, neem dan
contact op met uw officiële Honda-dealer.
Reinig de laadpennen.
Zorg voor een afstand van 30 cm tussen de
begrenzingsdraad en de helling, die maximaal 15°/27%
mag zijn.
Verwijder het obstakel.
Laat de maaier 3 volledige maaibeurten uitvoeren om
het hele gazon te dekken.
Verleng het maaitijdvak of gebruik de kalenderfunctie
"Smart Timer" van Honda.
Vergroot de afstand tussen de begrenzingsdraden tot
minimaal 75 cm.
Selecteer de optie "ongelijk terrein/lage gevoeligheid"
bij het menu-item "Toestand van gazon/hobbelsensor".
Maak de tuin vlak/verwijder hobbels/baken ongeschikte
gebieden af met de begrenzingsdraad - Volg de
instructies in de installatiehandleiding.
Selecteer de optie "ongelijk terrein/lage gevoeligheid"
bij het menu-item "Toestand van gazon/hobbelsensor".
Zorg ervoor dat de maaier alleen wordt gebruikt op
hellingen van 15 graden of minder en dat de volledige
tuin zich niet op een helling bevindt.
Gebruik de begrenzingsdraad voor het afbakenen van
obstakels waar de maaier vaak vast komt te zitten.
Wacht een paar weken tot de bodem zich heeft
gestabiliseerd voordat u de maaier gebruikt.
Selecteer de optie "ongelijk terrein/lage gevoeligheid"
bij het menu-item "Toestand van gazon/hobbelsensor".
Wacht na het sproeien zo lang mogelijk voordat u de
maaier inschakelt.
Baken het obstakel af met de begrenzingsdraad, waarbij
u zorgt voor een afstand van 30 cm tot het voorwerp, of
verwijder de voorwerpen/obstakels.