Hoofdmenu Submenu 1
Tools
Probleemoplossing
Probleem
Het LED-lampje
op het laadstation
knippert
Overmatige
trillingen/overmatig
geluid
Maaier gaat niet
betrouwbaar naar het
laadstation
Maaier werkt niet
Submenu 2
Controle niveau
Draadsignaal
Mogelijke oorzaak
De begrenzingsdraad is
doorgesneden, te lang of te
kort. Draad niet aangesloten en
maaier niet in het laadstation.
Loszittende mesbout
Maaiblad beschadigd/verbogen
Begrenzingsdraad niet goed op
het laadstation bevestigd
Begrenzingsdraad dicht bij een
storingsbron
Aan/uit-schakelaar niet
ingeschakeld
Mogelijke verstopping
Accu niet volledig opgeladen
Gras te hoog
Accu te warm/koud
Uitleg
Informatie over de hoek van de maaier ten opzichte van het
terrein. Als de maaier zich in het laadstation bevindt en de stip
op het display zich niet binnen de aangegeven cirkel bevindt,
moet het laadstation worden verplaatst naar een nieuwe,
vlakkere locatie.
Hiermee detecteert u het draadsignaal dat wordt ontvangen
van de begrenzingsdraad, met aanduiding van de sterkte (voor
servicevertegenwoordiger).
De maaier ontvangt geen draadsignaal wanneer hij in het
laadstation staat.
Corrigerende maatregel
Controleer of de begrenzingsdraad niet is onderbroken
en een lengte tussen 20 en 350 meter heeft. Schakel
vervolgens de voeding uit en weer in.
Volg de instructies in de installatiehandleiding om de
maaier te installeren.
Haal de mesbout aan met een aanhaalmoment van
2,5 Nm.
Vervang het maaiblad (zie afbeelding K).
Volg de instructies in de installatiehandleiding voor het
leggen van de begrenzingsdraad.
Verwijder overtollige (bijv. opgerolde) begrenzingsdraad
rond het laadstation.
Wijzig de ID van de begrenzingsdraad in het menu.
Verwijder de maaier uit het laadstation, schakel de
aan/uit-schakelaar in en plaats de maaier terug in
het laadstation (zorg ervoor dat het laadstation is
ingeschakeld - LED brandt groen).
Schakel altijd eerst de aan/uit-schakelaar uit en
controleer vervolgens onder de maaier. Maak de
onderkant indien nodig vrij (draag altijd beschermende
handschoenen).
Plaats de maaier in het laadstation zodat deze
kan worden opgeladen. Het laadstation moet zijn
ingeschakeld.
Maai het gazon met een conventionele grasmaaier op de
laagste maaihoogte voordat u de maaier gebruikt.
De maaier werkt bij een interne accutemperatuur tussen
5 °C en 45 °C. Laat de maaier afkoelen/opwarmen.
Als de storing zich regelmatig voordoet, moet u het
laadstation in de schaduw plaatsen.
Nederlands | 63