voedsel toe te voegen, gedurende 24 uur,
staat aangegeven op het typeplaatje (een
label dat zich aan de binnenkant van het
apparaat bevindt).
Wanneer het invriesproces is voltooid, keert
het apparaat automatisch terug naar de
vorige temperatuurinstelling (zie "FastFreeze-
functie").
Raadpleeg voor meer informatie "Tips voor
het invriezen".
5.2 Het bewaren van ingevroren
voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een
periode waarin het niet is gebruikt inschakelt,
dient u voordat u de producten in het vak legt
het apparaat minstens 3 uur te laten werken
met de FastFreeze-functie ingeschakeld.
De vrieslades zorgen ervoor dat je het
gewenste voedsel snel en eenvoudig kunt
terugvinden.
Verwijder alle lades als er grote
hoeveelheden voedsel bewaard moeten
worden, behalve de onderste lade die nodig
is voor een goede luchtcirculatie.
6. TIPS EN ADVIES
6.1 Tips voor energiebesparing
• De interne configuratie van het apparaat
zorgt voor het meest efficiënte
energiegebruik.
• Open de deur niet te vaak of laat deze niet
langer open staan dan noodzakelijk.
• Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe
hoger het energieverbruik.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek de
ventilatieroosters of -gaten niet af.
6.2 Tips voor het invriezen
• Activeer de FastFreeze-functie ten minste
24 uur voordat je het voedsel in het
vriesvak legt.
• Vóór het invriezen moet vers voedsel
ingepakt en verzegeld worden in:
aluminium folie, plastic folie of zakken,
luchtdichte recipiënten met deksel.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en
ontdooien het voedsel in kleine porties.
10
NEDERLANDS
Bewaar het voedsel op minstens 15 mm
afstand van de deur.
LET OP!
Bij onbedoelde ontdooiing door
bijvoorbeeld stroomuitval, waarbij de
stroom langer is uitgeschakeld dan de
waarde die op het typeplaatje staat onder
'tijdsduur', moet het ontdooide voedsel
snel worden geconsumeerd of
onmiddellijk worden bereid, vervolgens
afgekoeld en daarna opnieuw worden
ingevroren. Zie "Hoge temperatuur-
alarm".
5.3 Ontdooien
Diepgevroren of gevroren voedsel kan,
voordat het wordt geconsumeerd, worden
ontdooid in de koelkast of in een plastic zak
onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de
beschikbare tijd en het soort voedsel. Kleine
stukjes kunnen zelfs nog bevroren gekookt
worden.
• Het wordt aanbevolen om etiketten en
datums op al je diepvriesproducten te
plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen
te identificeren en te weten wanneer ze
moeten worden gebruikt voordat ze
bederven.
• Het voedsel moet vers zijn op het moment
het wordt ingevroren, om een goede
kwaliteit te behouden. Vooral groenten en
fruit moeten na de oogst worden
ingevroren, zodat al hun voedingsstoffen
behouden blijven.
• Flessen of blikken met vloeistoffen niet
invriezen, in het bijzonder dranken die
kooldioxide bevatten. Ze kunnen
ontploffen tijdens het invriezen.
• Plaats geen warm voedsel in het vriesvak.
Koel het af bij kamertemperatuur voordat
je het in het vak plaatst.
• Om te voorkomen dat de temperatuur van
al ingevroren voedsel toeneemt, dien je
vers voedsel hier niet direct naast te