•
•
•
. Kies de
oets
en
(3)
.
gewenste
estig met
Neem een correcte
houding aan
•
•
t gewens-
•
vestig met
m. Kies de
•
n bevestig
De arteriële bloeddruk meten
wordt het
•
•
M-ABPM100-Lot003.indd 27
M-ABPM100-Lot003.indd 27
Plaats de armband zo op de arm dat de onderste
boord 1 - 2cm boven de elleboogplooi en boven
de ader komt. Het slangetje is naar het midden
van de handpalm gericht.
Sluit het vrije deel van de armband nu rond de
arm met behulp van de klittenband. Span niet
te hard aan. U moet altijd twee vingers onder de
armband kunnen steken.
Steek het slangetje van de armband nu in de
ingang van de armband.
Gebruik het apparaat enkel met
de oorspronkelijke armband. De
armband is gemaakt voor armen
met een omtrek van 22 tot 30 cm.
Rust ongeveer 5 minuten voor u
uw bloeddruk meet! Anders kan
dit tot fouten leiden.
U kunt de bloeddruk zittend of liggend meten.
Let wel altijd op dat de armband zich ter hoogte
van het hart bevindt.
Ga comfortabel zitten of liggen voor u uw bloed-
druk meet. Als u zit, moeten uw rug en armen
goed worden ondersteund door de rugleuning
en de armsteunen. Sla de benen niet over elkaar.
Plaats de voeten goed vlak op de grond.
Voor correcte resultaten is het belangrijk dat
u tijdens de meting rustig blijft en niet praat.
Plaats de band zoals hierboven omschreven en
ga in de gewenste positie zitten of liggen om de
meting uit te voeren.
Schakel de bloeddrukmeter in met een druk
op de START/STOP-toets
. Alle weergaven
(2)
lichten kort op.
ABPM-100 NL Handleiding 202112LA090207003 15/11/2021
•
Druk op de geheugentoets
opslagplaats te kiezen. ( , , of ).
•
De resultaten van metingen bij 4 verschillende
personen of metingen in de ochtend en avond
kunnen afzonderlijk worden opgeslagen in vier
geheugens met 30 plaatsen.
•
De bloeddrukmeter begint automatisch te meten.
•
U kunt de meting op elk ogenblik onderbreken
door de START/STOP-toets
(2)
het apparaat een polsslag herkent, verschijnt het
polsslagsymbool.
•
De resultaten van de meting van de systolische
druk
, de diastolische druk
(10)
slag
worden weergegeven. Het symbool
(12)
voor hartritmestoornissen (als die er zijn)
en het symbool voor de rangschikking van de
meetresultaten
knipperen.
(18)
•
Er_ verschijnt wanneer de meting niet correct
kon worden uitgevoerd. Lees het hoofdstuk Fout-
melding/Fouten oplossen in deze handleiding en
voer de meting opnieuw uit.
•
Schakel de bloeddrukmeter uit met een druk op
de START/STOP-toets
. Zo wordt het resultaat
(2)
van de meting opgeslagen in het gekozen ge-
bruikersgeheugen.
•
Als u vergeet het apparaat uit te schakelen, zal het
na ongeveer 1 minuut automatisch uitschakelen.
NL
EN FR
DE SL SV
om de gewenste
(3)
in te drukken. Zodra
en de pols-
(11)
(17)
27
/ 68
15/11/2021 15:41:27
15/11/2021 15:41:27